Es obliege jedoch dem Gesetzgeber als Organ, welches die verschiedenen Tendenzen, die
in einer bestimmten Gemeinschaft bestünden, vertrete und eine gewisse Stabilität gewährleiste, mit einem Mindestmass an Sorge und Präzisierung die Grundsätze und Grundbedingungen zu bestimmen, die der Orga
nisation einer Wahl zugrunde liegen sollten; Rechtslehre und Rechtsprechung des Staatsrats und des Schiedshofes (Urteile Nrn. 33/92, 64.95, 81/95, 11/96, 23/96 und 30/96) würden bestätigen, dass eine Ermächtigung nicht unbeschr
...[+++]änkt erteilt werden könne, auch wenn es sich um eine nicht dem Gesetzgeber vorbehaltene Angelegenheit handele.Het staat evenwel aan de wetgever, als orgaan dat de verschillende bestaande tenden
sen in een bepaalde gemeenschap vertegenwoordigt en een zekere stabiliteit waarborgt, om, met een minimum aan zorg en precisering, de beginselen en de elementaire voorwaarden te bepalen die aan de organisatie van een verkiezing t
en grondslag moeten liggen; de rechtsleer en de rechtspraak van de Raad van State en van het Arbitragehof (arresten nrs. 33/92, 64/95, 81/95, 11/96, 23/96 en 30/96) bevestigen dat een machtiging niet onbeperkt kan worden gegeve
...[+++]n, zelfs indien het gaat om een aangelegenheid die niet aan de wetgever is voorbehouden.