2. verlangt von der Europäischen Kommission, dass sie in ihrer Eigenschaft als „Hüterin der Verträge“ überprüft, ob sich die zuständigen Behörden gemäß den ihnen aus den Artikeln 2, 3, 6, 10, 80 Abs. 2, 174 Abs. 1, 174 Abs. 2 und 175 Abs. 4 des Vertrages zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft erwachsenden Verpflichtungen korrekt verhalten haben, um die Katastrophe zu verhindern, und dass sie gegebenenfalls die sich aus dem diesbezüglichen Vorgehen ergebenden rechtlichen Schritte einleitet;
2. verlangt van de Commissie dat zij in haar rol als hoedster van de Verdragen nagaat of de terzake bevoegde instanties ter voorkoming van de ramp correct hebben gehandeld en de verplichtingen van de artikelen 2, 3, 6, 10, 80, lid 2, 174, lid 1, 174, lid 2 en 175, lid 4, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap hebben nageleefd, en dat zij zo nodig de gerechtelijke maatregelen neemt die uit hun optreden kunnen voortvloeien;
