Die präjudiziellen Fragen beziehen sich auf die Vereinbarkeit von Artikel 365 § 2 Absatz 1 Buchstabe d) des Gerichtsgesetzbuches, ergänzt durch Artikel 8 des Gesetzes vom 27. Dezember 2002 « zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches hinsichtlich der Gehälter der Magistrate des gerichtlichen Standes » (nachstehend: Gesetz vom 27. Dezember 2002), mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 154.
De prejudiciële vragen hebben betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 154 van de Grondwet, van artikel 365, § 2, eerste lid, d), van het Gerechtelijk Wetboek, zoals aangevuld bij artikel 8 van de wet van 27 december 2002 « tot wijziging, wat de wedden van de magistraten van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek » (hierna : wet van 27 december 2002).