Insofern die Artikel 152 und 185 des Strafprozessgesetzbuches es erlauben, dass ein als kontradiktorisch geltendes Urteil einem Angeklagten gegenüber verkündet wird, der nicht persönlich oder durch einen Rechtsanwalt erschienen ist, verstossen sie nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention.
In zoverre de artikelen 152 en 185 van het Wetboek van strafvordering toestaan dat een vonnis wordt uitgesproken dat wordt geacht op tegenspraak te zijn gewezen ten aanzien van de beklaagde die niet persoonlijk of in de persoon van een advocaat is verschenen, schenden zij niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.