Die Flämische Regierung führt in der Hauptsache an, Artikel 24bis des Gesetzes über den Sprachengebrauch in Gerichtsangelegenheiten sei einschränkend auszulegen und habe auch vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 23. März 1999 nicht auf Rechtsmittel gegen Entscheidungen über die Abgabe zum Schutz des Oberflächenwassers gegen Verschmutzung angewandt werden können, da es sich nicht um Steuern im Sinne der früheren Nrn. 1 und 3 von Artikel 603 des Gerichtsgesetzbuches handele, auf die im obenerwähnten Artikel 24bis verwiesen werde.
De Vlaamse Regering voert in hoofdorde aan dat artikel 24bis van de Taalwet Gerechtszaken beperkend dient te worden geïnterpreteerd en ook vóór de inwerkingtreding van de wet van 23 maart 1999 niet van toepassing kon zijn op voorzieningen tegen beslissingen inzake de heffing ter bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, vermits het niet gaat om een van de in het vroegere 1 en 3 van artikel 603 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde belastingen, waarnaar het voormelde artikel 24bis verwijst.