1. Als het Europees Parlement overeenkomstig artikel 7, lid 2, vastste
lt dat een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de waarden waarop de Unie berust niet eerbiedigt of bij een onherroepelijke rechterlijke beslissing is veroordeeld voor onwettige activiteite
n die de financiële belangen van de Europese Unie schaden in de zin van artikel [93, lid 1, onder e)] van het Financieel Reglement, of dat een Europese politieke partij niet voldoet aan de minimumvoorschriften inzake interne partijdemocratie van artikel 4,
...[+++] lid 2, kan de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting een berisping of een boete krijgen of uit het register worden geschrapt en daardoor overeenkomstig artikel 11 haar status als zodanig verliezen, kan elk vigerend besluit inzake op grond van deze verordening ontvangen financiële middelen van de Unie worden ingetrokken of elke lopende overeenkomst inzake dergelijke financiële middelen worden beëindigd en kunnen alle door de Unie toegekende financiële middelen worden teruggevorderd, met inbegrip van alle ongebruikte financiële EU-middelen uit voorgaande jaren.