Traduction de «gegen diskriminierungen darstellt » (Allemand → Néerlandais) :

Die Bekämpfung von Rassismus und Fremdenfeindlichkeit, die einen weiteren Schwerpunkt der Bekämpfung gegen Diskriminierungen darstellt, weist ebenfalls einen Zusammenhang mit dem Ziel der Kriminalprävention auf.
De bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, een ander zwaartepunt in de bestrijding van discriminatie, hangt eveneens samen met de preventiedoelstelling.

F. in der Erwägung, dass diese Politik einen Verstoß gegen den EU-Vertrag darstellt, der besagt, dass die Union „auf die nachhaltige Entwicklung Europas auf der Grundlage eines ausgewogenen Wirtschaftswachstums und von Preisstabilität, eine in hohem Maße wettbewerbsfähige soziale Marktwirtschaft, die auf Vollbeschäftigung und sozialen Fortschritt abzielt, [hinwirkt]; dass sie „soziale Ausgrenzung und Diskriminierungen [bekämpft] und soziale Gerechtigkeit und sozialen Schutz [fördert]“ sowie dass sie „den wirtschaftlichen, sozialen und territorialen Zusammenhalt und die Solidarität zwischen den Mitgliedstaaten [fördert]“;
F. overwegende dat dit beleid in strijd is met het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarin onder andere wordt gestipuleerd dat de EU zich inzet voor de duurzame ontwikkeling van Europa, op basis van een evenwichtige economische groei en van prijsstabiliteit, een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, alsook dat zij sociale uitsluiting en discriminatie bestrijdt en sociale rechtvaardigheid en bescherming [.] en economische, sociale en territoriale cohesie tussen lidstaten bevordert;

27. nimmt die beim Minderheitenschutz erzielten Fortschritte zur Kenntnis und stellt fest, dass ein geeigneter institutioneller und rechtlicher Rahmen zum Schutz von Minderheiten nahezu vollständig vorhanden ist; stellt jedoch fest, dass die Diskriminierung nach wie vor ein Problem in Albanien darstellt, insbesondere gegenüber schutzbedürftigen Bevölkerungsgruppen in Bezug auf Diskriminierung und Achtung der geschlechtlichen Identität und der sexuellen Ausrichtung, und dass verstärkte Bemühungen zur Bekämpfung von Diskriminierungen unternommen werden müssen, einschließlich Sensibilisierungsmaßnahmen; nimmt in diesem Zusammenhang besorgt die jüngsten Demonstrationen gegen Homosexuelle in Albanien zur Kenntnis; unterstreicht, dass verstärkte Anstrengungen notwendig sind, um den Prioritäten der Europäischen Partnerschaft im Hinblick auf Minderheiten und spezifischer, was die Verwendung von Minderheitensprachen und Bestimmungen über die Unterrichtung von Minderheitensprachen und die diskriminierungsfreie Behandlung von Angehörigen aller Minderheiten betrifft, nachzukommen;
27. erkent dat er vooruitgang is geboekt op het vlak van de bescherming van minderheden en dat in de meeste opzichten een adequaat institutioneel en wettelijk kader voor de bescherming van minderheden is ingesteld; stelt desalniettemin vast dat discriminatie nog altijd een probleem vormt in Albanië, met name wat betreft bevolkingsgroepen die kwetsbaar zijn voor discriminatie en wat betreft respect voor genderidentiteit en seksuele geaardheid, en dat er meer inspanningen, waaronder bewustmaking, nodig zijn om discriminatie te bestrijden; is in dit verband bezorgd over de recentelijk antihomodemonstratie in Albanië; onderstreept dat er meer inspanningen nodig zijn om de in het Europees partnerschap vastgestelde prioriteiten inzake minderheden te verwezenlijken, met name wat betreft het gebruik van minderheidstalen, onderwijs in minderheidstalen en non-discriminatie van leden van alle minderheden;

« Beinhalten die Artikel 220, 221 und 224 des allgemeinen Zoll- und Akzisengesetzes vom 18. Juli 1977 keine Diskriminierungen angesichts des allgemeinen Strafrechts und verstossen sie demzufolge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, soweit diese Bestimmungen dahingehend ausgelegt werden, dass die darin vorgesehene Beschlagnahme einen dinglichen Charakter hat, insbesondere weil sie verhängt werden kann, ohne dass dabei zwischen dem Fall, in dem die Sachen Eigentum des Verurteilten sind, und dem Fall, in dem sie Eigentum Dritter sind, zu unterscheiden ist, auch wenn letztere nichts mit dem Schmuggel zu tun haben, nichts davon gewusst haben oder davon freigesprochen wurden, und insbesondere insofern, als die Strafe, die diese Beschlagnahme darstellt, weder mit Aufschub noch mit Aussetzung einhergehen kann?
A Houden de artikelen 220, 221 en 224 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen geen discriminaties in ten aanzien van het algemeen strafrecht en schenden zij bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen op dusdanige wijze worden gelezen dat de verbeurdverklaring waarin is voorzien een reëel karakter heeft en meer in het bijzonder omdat zij kan worden uitgesproken zonder dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen het geval waarin het voorwerp de eigendom is van de veroordeelde en het geval waarin het voorwerp de eigendom is van derden, zelfs als zij niets te maken hebben met de fraude, zelfs als zij daarvan niets weten of als zij zijn vrijgesproken, en meer in het bijzonder in de mate waarin die straf van verbeurdverklaring niet gepaard kan gaan met uitstel noch met opschorting ?

« Beinhalten die Artikel 220, 221 und 224 des allgemeinen Zoll- und Akzisengesetzes vom 18. Juli 1977 keine Diskriminierungen angesichts des allgemeinen Strafrechts und verstossen sie demzufolge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, soweit diese Bestimmungen dahingehend ausgelegt werden, dass die darin vorgesehene Beschlagnahme einen dinglichen Charakter hat, insbesondere weil sie verhängt werden kann, ohne dass dabei zwischen dem Fall, in dem die Sachen Eigentum des Verurteilten sind, und dem Fall, in dem sie Eigentum Dritter sind, zu unterscheiden ist, auch wenn letztere nichts mit dem Schmuggel zu tun haben, nichts davon gewusst haben oder davon freigesprochen wurden, und insbesondere insofern, als die Strafe, die diese Beschlagnahme darstellt, weder mit Aufschub noch mit Aussetzung einhergehen kann?
« Houden de artikelen 220, 221 en 224 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen geen discriminaties in ten aanzien van het algemeen strafrecht en schenden zij bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen op dusdanige wijze worden gelezen dat de verbeurdverklaring waarin is voorzien een reëel karakter heeft en meer in het bijzonder omdat zij kan worden uitgesproken zonder dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen het geval waarin het voorwerp de eigendom is van de veroordeelde en het geval waarin het voorwerp de eigendom is van derden, zelfs als zij niets te maken hebben met de fraude, zelfs als zij daarvan niets weten of als zij zijn vrijgesproken, en meer in het bijzonder in de mate waarin die straf van verbeurdverklaring niet gepaard kan gaan met uitstel noch met opschorting ?