Die klagenden Parteien führen an, diese Methode komme in Wirklichkeit einer Haussuchung gleich, sei jedoch nicht mit den gleichen Garantien wie die letztgenannte verbunden, was einen Verstoss gegen die Artikel 10, 11, 15 und 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention zur Folge habe.
De verzoekende partijen betogen dat die methode in werkelijkheid aanleunt bij een huiszoeking maar dat zij niet wordt omgeven met dezelfde waarborgen als de laatstvermelde, wat een schending zou inhouden van de artikelen 10, 11, 15 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.