Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gegen legalitätsprinzip in strafsachen verstoßen würde " (Duits → Nederlands) :

In seinem Gutachten bemerkt der Staatsrat zur Einführung des Begriffs « organisierte oder nicht organisierte schwere Steuerhinterziehung » in das Strafgesetzbuch: « Es stellt sich die Frage, ob die ins Auge gefasste Abänderung die Prüfung anhand des Legalitätsprinzips in Strafsachen bestehen kann, das unter anderem durch die Artikel 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung, Artikel 7 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte gewährleistet wird. [...] [...] Durch di ...[+++]

In zijn advies merkt de Raad van State over de invoering van de notie « ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd » in het Strafwetboek op : « De vraag rijst of de voorgenomen wijziging de toets kan doorstaan aan het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel dat onder meer is gewaarborgd bij de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. [...] [...] Door de mogelijkheid van het ...[+++]


Insofern dieser Unterschied zwischen der französischen und der niederländischen Fassung der Bestimmung zu einer Auslegungsschwierigkeit führen könnte, die im Widerspruch zum Legalitätsprinzip in Strafsachen stehen würde, ist dieses Wort in der französischen Fassung des angefochtenen Artikels 2 für nichtig zu erklären.

In zoverre die discordantie tussen de Franse en de Nederlandse versie van de bepaling een interpretatiemoeilijkheid zou kunnen doen ontstaan die strijdig is met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, dient dat woord in de Franse versie van het bestreden artikel 2 te worden vernietigd.


Die angefochtenen Bestimmungen würden gegen das Legalitätsprinzip in Strafsachen verstoßen, indem sie nicht die Erfordernisse in Bezug auf Genauigkeit, Deutlichkeit und Vorhersehbarkeit der Unterstrafestellung erfüllen würden.

De bestreden bepalingen zouden het wettigheidsbeginsel in strafzaken schenden, doordat zij niet zouden beantwoorden aan de vereisten inzake nauwkeurigheid, duidelijkheid en voorzienbaarheid van de strafbaarstelling.


In der Erwägung, dass diese Einschränkungen durch die in Artikel 29, § 2, Absätze 4 und 5 des Gesetzes vom 12. Juli 1973 über die Erhaltung der Natur vorgesehene Abweichung aus zwingenden Gründen des überwiegenden öffentlichen Interesses, einschließlich der öffentlichen Sicherheit und Gesundheit, oder sozialwirtschaftlicher Art und nach Begutachtung der Kommission aufgehoben werden können, wenn in dem Gebiet prioritäre Lebensräume oder Arten vorhanden sind; dass dieser Rahmen durch die Richtlinie 92/43 vom 21. Mai 1992 zur Erhaltung der natürlichen Lebensräume sowie der wildlebenden Tiere und Pflanzen festgelegt wird und nicht abgeändert werden darf, ...[+++]

Overwegende dat die dwingende maatregelen opgeheven kunnen worden via de afwijking bepaald in artikel 29, § 2, leden 4 en 5, van de wet van 12 juli 1973 inzake natuurbehoud, om dwingende redenen van hoger openbaar belang, met inbegrip van de openbare veiligheid en de volksgezondheid of van sociaal-economische aard en na advies van de Commissie als de locaties prioritaire habitats of soorten bevat; dat dit kader vastgesteld is bij richtlijn 92/43 van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderscha ...[+++]


Dies wäre nur der Fall, wenn ein Gesetzgeber oder eine andere zuständige Behörde eine Maßnahme ergreifen würde, die im Hinblick auf die Verwirklichung der vorgesehenen Haushaltsziele gegen die Rechte und Garantien verstoßen würde, die ihnen zustehen oder deren Verteidigung sie anstreben.

Dat zou pas het geval zijn wanneer een wetgever of een andere bevoegde overheid een maatregel zou nemen die, teneinde de vooropgestelde begrotingsdoelstellingen te verwezenlijken, afbreuk zou doen aan de rechten en waarborgen die zij genieten of waarvan zij de behartiging nastreven.


Ein solcher Unterschied beinhaltet an sich keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, denn jegliche Übergangsbestimmung wäre unmöglich, wenn man davon ausgegangen würde, dass solche Bestimmungen aus dem bloßen Grund gegen die vorerwähnten Verfassungsbestimmungen verstoßen würden, dass sie von den Anwendungsbedingungen der neuen Rechtsvorschriften abweichen.

Een dergelijk onderscheid houdt op zich geen schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : elke overgangsbepaling zou onmogelijk zijn, indien zou worden aangenomen dat zulke bepalingen de voormelde grondwetsbepalingen zouden schenden om de enkele reden dat zij afwijken van de toepassingsvoorwaarden van de nieuwe wetgeving.


Gemäß dem zweiten Teil des vierten Klagegrunds verstoße Artikel 161 des Gesetzes vom 25. April 2014 gegen das Legalitätsprinzip in Strafsachen, so wie es durch die Artikel 10, 11 und 12 Absatz 2 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 5 Absatz 1 und 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetzte gewährleistet werde, indem dadurch die angefochtenen Bestimmungen mit 1. Januar 2014 wirksa ...[+++]

Volgens het tweede onderdeel van het vierde middel zou artikel 161 van de wet van 25 april 2014 het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals gewaarborgd door de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5, lid 1, en 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het algemeen rechtsbeginsel van de niet-retroactiviteit van wetten, schenden doordat aan de bestrede ...[+++]


Da die Diskriminierung Bestandteil von Straftaten ist, die durch die Artikel 21 bis 23 des angefochtenen Gesetzes geahndet werden, musste der Gesetzgeber im Ubrigen die in diesen Bestimmungen vorgesehenen Diskriminierungsgründe definieren, da andernfalls das Legalitätsprinzip in Strafsachen verletzt würde, wie der Hof in B.21, zweiter Absatz, seines Urteil Nr. 157/2004 vom 6. Oktober 2004 festgestellt hat.

Aangezien de discriminatie een constitutief bestanddeel is van de misdrijven die worden bestraft door de artikelen 21 tot 23 van de bestreden wet, moest de wetgever overigens de in die bepalingen beoogde discriminatiegronden definiëren, op straffe van schending van het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals het Hof heeft vastgesteld in B.21, tweede alinea, van zijn arrest nr. 157/2004 van 6 oktober 2004.


Da die Diskriminierung Bestandteil von Straftaten ist, die durch die Artikel 21 bis 23 des allgemeinen Antidiskriminierungsgesetzes geahndet werden, musste der Gesetzgeber im Ubrigen die in diesen Bestimmungen vorgesehenen Diskriminierungsgründe definieren, da andernfalls das Legalitätsprinzip in Strafsachen verletzt würde, wie der Hof in B.21, zweiter Absatz, seines Urteil Nr. 157/2004 vom 6. Oktober 2004 festgestellt hat.

Aangezien de discriminatie een constitutief bestanddeel is van de misdrijven die worden bestraft door de artikelen 21 tot 23 van de Algemene Antidiscriminatiewet, moest de wetgever overigens de in die bepalingen beoogde discriminatiegronden definiëren, op straffe van schending van het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals het Hof heeft vastgesteld in B.21, tweede alinea, van zijn ...[+++]


w