Der Klagegrund, in dem ein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, angeführt wurde, wurde deshalb für unbegründet erklärt (B.9.4.1 bis B.12.5 des Urteils Nr. 105/2007).
Het middel, dat de schending aanvoerde van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, werd derhalve ongegrond verklaard (B.9.4.1 tot en met B.12.5 van het arrest nr. 105/2007).