Traduction de «gebäuden sowie möglichkeiten » (Allemand → Néerlandais) :

Die Verbesserung der Energieeffizienz von Gebäuden sowie der für deren Beheizung, Kühlung, Belüftung und Beleuchtung erforderlichen Produkte ist eine der konkretesten Möglichkeiten der Energieeffizienzpolitik, Haushalten finanzielle Vorteile zu verschaffen.
De verbetering van de energieprestatie van gebouwen en van producten die worden gebruikt om die te verwarmen, koelen, ventileren en verlichten, is één van de meest concrete manieren om het energie-efficiëntiebeleid van nut te doen zijn voor het gezinsbudget.

In den Folgeabschätzungen zur Überarbeitung der Richtlinie über die Energieeffizienz von Gebäuden, der Richtlinie über Energieeffizienz und der Richtlinie über erneuerbare Energien sowie zur Initiative für die Neugestaltung des Strommarkts wird die Kommission 2016 verschiedene Möglichkeiten prüfen, die Umstellung von Gebäuden und der Industrie auf effiziente, emissionsarme Energiesysteme zu unterstützen, die erneuerbare Energiequellen und Abwärme nutzen.
In de effectbeoordelingen voor de herziening van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen, de richtlijn energie-efficiëntie, de richtlijn hernieuwbare energie en het initiatief betreffende de nieuwe opzet van de markt zal de Commissie in 2016 verschillende opties analyseren om bij te dragen tot de overgang van gebouwen en de industrie naar efficiënte, koolstofarme energiesystemen op basis van hernieuwbare energiebronnen en het gebruik van afvalwarmte.

14. betont, wie wichtig es ist, die Zugänglichkeit der Kulturerbestätten und der kulturellen Erziehung zu verbessern, wobei insbesondere den spezifischen Bedürfnissen von Menschen mit Behinderungen Rechnung getragen werden muss, wenn Touristenattraktionen errichtet, renoviert oder erweitert werden; hält es in diesem Rahmen für angebracht, auf europäischer Ebene innovative Programme, Instrumente und Produkte zu fördern, die Menschen mit eingeschränkter Mobilität einen autonomen Zugang ermöglichen; erinnert daran, dass Informations- und Buchungstechnologien für diese Personen einfach zugänglich sein sollten; unterstreicht die enormen Fortschritte, die dank der Anwendung und Nutzung neuer digitaler Technologien auf dem Gebiet der Ermöglichung des allgemeinen Zugangs zu Gemälden, Gebäuden und Kulturstätten gemacht worden sind; empfiehlt der Kommission und den Mitgliedstaaten die Prüfung von Möglichkeiten zur Schaffung von Projekten und Bereitstellung von Mitteln, um es jüngeren Menschen und – angesichts des demografischen Wandels – älteren Menschen sowie Menschen mit Behinderungen, Menschen mit besonderen Bedürfnissen, Familien mit geringem Einkommen und anderen schutzbedürftigen Bevölkerungsgruppen zu ermöglichen, die kulturtouristischen Ziele des Mitgliedstaats zu besuchen;
14. wijst erop dat het belangrijk is de toegang tot cultureelerfgoedsites en culturele opvoeding te verbeteren, met name rekening houdend met de specifieke behoeften van personen met een handicap bij de bouw, renovatie of uitbreiding van toeristische attracties; merkt in verband hiermee op dat op Europees niveau innoverende projecten, instrumenten en producten moeten worden bevorderd om autonome toegang voor personen met beperkte mobiliteit te faciliteren; houdt in gedachte dat de technologie op het gebied van informatie en boeking voor deze personen gemakkelijk toegankelijk moet zijn; onderstreept dat enorme vooruitgang is geboekt dankzij de toepassing en het gebruik van nieuwe digitale technologieën om universele toegang te verlenen tot schilderijen, gebouwen en cultuursites; stelt de Commissie en de lidstaten voor verschillende mogelijkheden te onderzoeken voor het starten van projecten en fondsen om jongeren en – in het kader van de demografische verandering – ouderen, alsmede personen met bijzondere behoeften, gezinnen met een laag inkomen en andere kwetsbare burgers, in staat te stellen de culturele bestemmingen van de lidstaten te bezoeken;

9. nimmt in diesem Zusammenhang zur Kenntnis, dass das Präsidium in seiner Sitzung vom 1. April 2009 den Umstrukturierungsplan für die GD INLO in Bezug auf die Wartung und Verwaltung der Parlamentsgebäude und die Einrichtung spezialisierter zentraler Dienststellen zur Verbesserung der Haushaltskontrolle und öffentlichen Auftragsvergabe einstimmig gebilligt hat; betont, dass die endgültigen Beschlüsse über die angemessene Mittelausstattung für die GD INLO wie für die anderen Dienste gemäß den normalen Verfahren Teil der ersten Lesung des Haushaltsplans im Herbst sind; unterstreicht, dass die Entscheidung, die auch aus haushaltspolitischer Sicht zu treffen ist, den Umfang an Fachwissen im Immobilienbereich betrifft, über den das Parlament intern verfügen muss, damit sichergestellt wird, dass die Wartungsarbeiten, die externen Stellen anvertraut werden, genau beschrieben und ihre Ausführung entsprechend kontrolliert wird; stellt in diesem Zusammenhang fest, dass der externe Bericht sich hauptsächlich mit Fragen der Sicherheit, jedoch auch mit Fragen der Wartung und Verwaltung von Gebäuden sowie Möglichkeiten befasst, diese zu verbessern;
9. neemt in het licht hiervan ter kennis dat het Bureau op zijn vergadering van 1 april 2009 met algemene stemmen heeft ingestemd met het herstructureringsplan voor DG INLO met betrekking tot het onderhoud en beheer van de gebouwen van het Parlement en met de oprichting van gespecialiseerde centrale diensten ter verbetering van de kwaliteit van de begrotingscontrole en de openbare aanbestedingsprocedures; onderstreept dat het definitieve besluit over de juiste omvang van de middelen voor DG INLO en ook voor andere diensten onderdeel is van de eerste lezing van de begroting in het najaar volgens de normale procedures; onderstreept dat de keuze die vanuit begrotingsoogpunt moet worden gemaakt verband houdt met de vastgoedexpertise die het Parlement in huis moet hebben om ervoor te zorgen dat de onderhoudstaken die aan externe dienstverleners worden toevertrouwd naar behoren zijn omschreven en dat de uitvoering ervan adequaat wordt gecontroleerd; constateert in dit verband dat het externe rapport hoofdzakelijk melding maakt van veiligheidsaspecten van de gebouwen, maar ook ingaat op onderhoud en beheer en de mogelijke verbetering daarvan;

9. nimmt in diesem Kontext zur Kenntnis, dass das Präsidium in seiner Sitzung vom 1. April 2009 den Umstrukturierungsplan für die GD INLO in Bezug auf die Wartung und Verwaltung der Parlamentsgebäude und die Einrichtung spezialisierter zentraler Dienststellen zur Verbesserung der Haushaltskontrolle und öffentlichen Auftragsvergabe einstimmig beschlossen hat; betont, dass die endgültigen Beschlüsse über die angemessene Mittelausstattung für die GD INLO wie für die anderen Dienste gemäß den normalen Verfahren Teil der ersten Lesung des Haushaltsplans im Herbst sind; unterstreicht, dass die Entscheidung, die auch aus haushaltspolitischer Sicht zu treffen ist, den Umfang an Fachwissen im Immobilienbereich betrifft, über den das Parlament intern verfügen muss, damit sichergestellt wird, dass die Wartungsarbeiten, die externen Stellen anvertraut werden, genau beschrieben und ihre Ausführung entsprechend kontrolliert wird; stellt in diesem Zusammenhang fest, dass der externe Bericht sich hauptsächlich mit Fragen der Sicherheit, jedoch auch mit Fragen der Wartung und Verwaltung von Gebäuden sowie Möglichkeiten befasst, diese zu verbessern;
9. neemt in het licht hiervan ter kennis dat het Bureau op zijn vergadering van 1 april 2009 met algemene stemmen heeft ingestemd met het herstructureringsplan voor DG INLO met betrekking tot het onderhoud en beheer van de gebouwen van het Parlement en met de oprichting van gespecialiseerde centrale diensten ter verbetering van de kwaliteit van de begrotingscontrole en de openbare aanbestedingsprocedures; onderstreept dat het definitieve besluit over de juiste omvang van de middelen voor DG INLO en ook voor andere diensten onderdeel is van de eerste lezing van de begroting in het najaar volgens de normale procedures; onderstreept dat de keuze die vanuit begrotingsoogpunt moet worden gemaakt verband houdt met de vastgoedexpertise die het Parlement in huis moet hebben om ervoor te zorgen dat de onderhoudstaken die aan externe dienstverleners worden toevertrouwd naar behoren zijn omschreven en dat de uitvoering ervan adequaat wordt gecontroleerd; constateert in dit verband dat het externe rapport hoofdzakelijk melding maakt van veiligheidsaspecten van de gebouwen, maar ook ingaat op onderhoud en beheer en de mogelijke verbetering daarvan;

« Verstösst Artikel 25 des Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996, der durch das Dekret vom 7. Mai 2004 grundlegend geändert wurde (Dekret vom 22. Dezember 1995, Belgisches Staatsblatt vom 30. Dezember 1995, abgeändert durch Dekret vom 8. Juli 1996, Belgisches Staatsblatt vom 19. Oktober 1996, Dekret vom 8. Juli 1997, Belgisches Staatsblatt vom 22. Oktober 1997, Dekret vom 7. Juli 1998, Belgisches Staatsblatt vom 28. August 1998, Dekret vom 18. Mai 1999, Belgisches Staatsblatt vom 8. Juni 1999, Dekret vom 30. Juni 2000, Belgisches Staatsblatt vom 17. August 2000 und Dekret vom 6. Juli 2001, Belgisches Staatsblatt vom 10. Oktober 2001 sowie Dekret vom 7. Mai 2004, Belgisches Staatsblatt vom 5. August 2004), gegen den verfassungsmässigen Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz (Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung), weil diese Dekretsbestimmung die Gemeinden in die Lage versetzt, eine eigene Abgabenregelung zur Anwendung zu bringen, wobei es gemäss dem Rundscheiben B.A. 92/9 vom 29. April 1996 über die Gebühr zur Bekämpfung des Leerstands und Verfalls von Gebäuden und/oder Wohnungen folgende Möglichkeiten gibt:
« Schendt artikel 25 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, fundamenteel hervormd bij decreet van 7 mei 2004 (decreet 22 december 1995, Belgisch Staatsblad 30 december 1995, gewijzigd door decreet 8 juli 1996, Belgisch Staatsblad, 19 oktober 1996; decreet 8 juli 1997, Belgisch Staatsblad, 22 oktober 1997; decreet 7 juli 1998, Belgisch Staatsblad, 28 augustus 1998; decreet 18 mei 1999, Belgisch Staatsblad, 8 juni 1999; decreet 30 juni 2000, Belgisch Staatsblad, 17 augustus 2000 en decreet 6 juli 2001, Belgisch Staatsblad, 10 oktober 2001, en decreet 7 mei 2004, Belgisch Staatsblad, 5 augustus 2004) het grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet) niet nu deze decretale bepaling de gemeenten de mogelijkheid geeft een eigen heffingsstelsel te hanteren waardoor volgens de omzendbrief B.A. 92/9, 29 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen de volgende mogelijkheden zich kunnen voordoen :

5. unterstützt die Auffassung, wonach die wichtigsten Möglichkeiten der Energieeinsparung in den Bereichen Gebäude und Transport bestehen, wobei der Schwerpunkt auf den möglichen Verbesserungen im städtischen Verkehr und an öffentlichen Gebäuden liegen sollte; fordert daher, dass prioritäre Aktionen in diesen Sektoren durchgeführt werden; fordert außerdem eine Revision der Richtlinie über die Energieeffizienz von Gebäuden mit dem Ziel, deren Anwendungsbereich zu erweitern und so EU-Mindestnormen für Energieeffizienz auf EU-Ebene einzuführen; fordert die Mitgliedstaaten auf, den öffentlichen Verkehr sowie den Eisenbahnverkehr und die See- und Flussschifffahrt zu fördern;
5. onderschrijft de opvatting dat de mogelijkheden van energiebesparing met name in de gebouwen- en de vervoerssector aanwezig zijn, en legt daarbij de nadruk op de mogelijkheden voor verbetering van het stedelijk vervoer en van openbare gebouwen; verzoekt dus om prioriteitsmaatregelen in deze sectoren; verzoekt tevens om herziening van de richtlijn betreffende gebouwen, teneinde de werkingssfeer ervan uit te breiden en er minimumnormen op het gebied van efficiëntie op EU-niveau in op te nemen; verzoekt voorts de lidstaten om zowel het openbaar vervoer als het spoor-, zee- en binnenwatervervoer te bevorderen;

« Verstösst Artikel 25 des Dekrets vom 22hhhhqDezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996, der durch das Dekret vom 7hhhhqMai 2004 grundlegend geändert wurde (Dekret vom 22hhhhqDezember 1995, Belgisches Staatsblatt vom 30hhhhqDezember 1995, abgeändert durch Dekret vom 8hhhhqJuli 1996, Belgisches Staatsblatt vom 19hhhhqOktober 1996, Dekret vom 8hhhhqJuli 1997, Belgisches Staatsblatt vom 22hhhhqOktober 1997, Dekret vom 7hhhhqJuli 1998, Belgisches Staatsblatt vom 28hhhhqAugust 1998, Dekret vom 18hhhhqMai 1999, Belgisches Staatsblatt vom 8hhhhqJuni 1999, Dekret vom 30hhhhqJuni 2000, Belgisches Staatsblatt vom 17hhhhqAugust 2000 und Dekret vom 6hhhhqJuli 2001, Belgisches Staatsblatt vom 10hhhhqOktober 2001 sowie Dekret vom 7hhhhqMai 2004, Belgisches Staatsblatt vom 5hhhhqAugust 2004), gegen den verfassungsmässigen Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz (Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung), weil diese Dekretsbestimmung die Gemeinden in die Lage versetzt, eine eigene Abgabenregelung zur Anwendung zu bringen, wobei es gemäss dem Rundscheiben B.A. 92/9 vom 29hhhhqApril 1996 über die Gebühr zur Bekämpfung des Leerstands und Verfalls von Gebäuden und/oder Wohnungen folgende Möglichkeiten gibt:
« Schendt artikel 25 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, fundamenteel hervormd bij decreet van 7 mei 2004 (decreet 22 december 1995, Belgisch Staatsblad 30 december 1995, gewijzigd door decr., 8 juli 1996, Belgisch Staatsblad 19 oktober 1996; decr., 8 juli 1997, Belgisch Staatsblad 22 oktober 1997; decr., 7 juli 1998, Belgisch Staatsblad 28 augustus 1998; decr., 18 mei 1999, Belgisch Staatsblad 8 juni 1999; decr., 30 juni 2000, Belgisch Staatsblad 17 augustus 2000 en decr., 6 juli 2001, Belgisch Staatsblad 10 oktober 2001, en decr., 7 mei 2004, Belgisch Staatsblad 5 augustus 2004) het grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet) niet nu deze decretale bepaling de gemeenten de mogelijkheid geeft een eigen heffingsstelsel te hanteren waardoor volgens de omzendbrief B.A. 92/9, 29 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen de volgende mogelijkheden zich kunnen voordoen :