Sie zielt somit darauf ab, « der wachsenden Sorge um den Wohnungsmangel zu entsprechen, einem angesichts der Anzahl unbewohnter Gebäude unzulässigen Phänomen » (ebenda, S. 7).
Ze beoogt ook « te antwoorden op de toenemende bekommernis inzake het gebrek aan woningen, een ontoelaatbaar fenomeen gelet op het aantal onbewoonde woningen » (ibid., p. 7).