Jeder Mitgliedstaat stellt sicher, dass die Menge des pro Jahr in Verkehr gebrachten Saatguts einer jeden Erhaltungssorte die Menge nicht übersteigt, die zur Erzeugung von Gemüse auf der in Anhang I für die entsprechenden Arten festgelegten Anzahl an Hektaren erforderlich ist.
Elke lidstaat zorgt ervoor dat voor elk instandhoudingsras de hoeveelheid zaaizaad die per jaar in de handel wordt gebracht, niet meer bedraagt dan de hoeveelheid die nodig is om groenten te telen op het aantal hectare dat in bijlage I voor de desbetreffende soort wordt aangegeven.