In Sachen : Präjudizielle Frage in Bezug auf die Artikel 434.3.2 und 462.1.1 der am 11. Februar 1946 durch Erlass des Regenten gebilligten Allgemeinen Arbeitsschutzordnung, die Artikel 9 und 13 des königlichen Erlasses vom 27. März 1998 über die Politik des Wohlbefindens der Arbeitnehmer bei der Ausführung ihrer Arbeit, und die Artikel 11 bis 19 des königlichen Erlasses vom 31. August 2005 über die Benutzung von Arbeitsmitteln für zeitweilige Arbeiten an hoch gelegenen Arbeitsplätzen, gestellt vom Korrektionalgericht Dendermonde.
In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 434.3.2 en 462.1.1 van het Algemeen Reglement voor de bescherming van de arbeid, goedgekeurd bij besluit van de Regent van 11 februari 1946, de artikelen 9 en 13 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, en de artikelen 11 tot 19 van het koninklijk besluit van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Dendermonde.