Die von der ersten obenerwähnten Kategorie von Gesellschaften gezahlten Zinsen können aufgrund der fraglichen Bestimmung nicht als Berufskosten angesehen werden und werden daher in Höhe des Betrags der eingegangenen Dividenden als « verworfene Ausgaben » im Sinne von Artikel 74 des königlichen Erlasses zur Ausführung des Einkommensteuergesetzbuches 1992 behandelt.
De door de eerste voormelde categorie van vennootschappen betaalde interesten zullen, op grond van de betwiste bepaling, niet kunnen worden beschouwd als beroepskosten en zullen bijgevolg, ten belope van het bedrag van de ontvangen dividenden, worden behandeld als « verworpen uitgaven » in de zin van artikel 74 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.