10. stellt fest, dass Kultur und Fremdenverkehr der europäischen Wirtschaft dabei helfen könnten, die derzeitige Krise zu überwinden, indem sie die in dieser Branche tätigen KMU fördern; weist darauf hin, dass Kultur und Fremdenverkehr – abgesehen von einer grundsätzlichen Abstimmung und einer Förderregelung für die Mitgliedstaaten – zwar nicht in die Zuständigkeit der Europäischen Union fallen, jedoch der Ausbau des bedeutenden kulturellen, landschaftlichen und touristischen Erbes gefördert und die Schaffung robuster Unternehmensstrukturen, die für Wirtschaftswachstum und neue hochwertige Arbeitsplätze sorgen können, vermehrt und verstärkt unterstützt werden muss; stellt fest, dass die jeweiligen Gegebenheiten in den einzelnen Mitgliedst
...[+++]aaten – wie zum Beispiel unterschiedliche Gepflogenheiten in der Gastronomie – berücksichtigt werden müssen; betont außerdem, dass besonderes Augenmerk auf das kulturelle Erbe und auf den religiösen Tourismus und auf die Förderung des Wachstums desselben gerichtet werden muss; 10. wijst erop dat cultuur en toerisme kunnen helpen om de Europese economie uit de huidige crisis te halen door kleine en middelgrote ondernemingen te stimuleren die in deze sectoren actief zijn; merkt op dat, hoewel cultuur en toerisme niet onder de bevoegdheidsgebieden van de Europese Unie vallen, behalve een elementair systeem van coördinatie en ondersteuning voor de lidstaten, het nodig is de ontwikkeling van belangrijk cultureel, natuurlijk en toeristisch erfgoed te bevorderen, met meer en betere ondersteuning van de invoering van een degelijk ondernemingssysteem dat borg kan staan voor economische groei en nieuwe, volwaardige banen; wijst erop dat rekening moet worden gehouden met de individuele kenmerken van elke lidstaat, z
oals versc ...[+++]hillen op gastronomisch gebied; benadrukt tevens dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan cultureel erfgoed en religieus toerisme om de groei van deze sectoren te bevorderen; 
