(3) Bis zu einer abschließenden Entscheidung der nationalen Regulierungsbehörde des Heimatmitgliedstaats über ein Ersuchen nach Absatz 2 kann die nationale Regulierungsbehörde des Gastmitgliedstaats einstweilige Sofortmaßnahmen im Einklang mit den nationalen Rechtsvorschriften zur Durchführung des Artikels 10 Absatz 6 der Richtlinie 2002/20/EG treffen, wenn ihr Beweise für einen Verstoß gegen die in ihrem Hoheitsgebiet geltenden Vorschriften und Bedingungen gemäß Artikel 3 vorliegen.
3. Zolang de nationale regelgevende instantie van de lidstaat van herkomst geen definitief besluit over een overeenkomstig lid 2 ingediend verzoek heeft genomen, kan de nationale regelgevende instantie van de lidstaat van ontvangst overeenkomstig de nationale wetgeving ter uitvoering van artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2002/20/EG, dringende voorlopige maatregelen nemen wanneer zij over bewijs beschikt dat de overeenkomstig artikel 3 op haar grondgebied geldende regels en voorwaarden zijn overtreden.
