Er verweist auf die Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes für Menschenrechte in bezug auf Artikel 3 des ersten Zusatzprotokolls zur Konvention und vertritt im Gegensatz zu den Klägern in der Rechtssache Nr. 2336 den Standpunkt, dass die angefochtene Massnahme notwendig, wenn nicht gar unerlässlich gewesen sei.
Hij verwijst naar de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens betreffende artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Verdrag, en is in tegenstelling tot de verzoekers in de zaak nr. 2336 van mening dat de bestreden maatregel noodzakelijk en zelfs onvermijdelijk was.