Falls diese Frage verneint wird, welchen Teil der oben genannten rechtlichen Regelung sollte das nationale Gericht unangewandt lassen, um die wirksame Anwendung des Unionsrechts zu gewährleisten: 2.1. die Einstellung des Strafverfahrens bei Ablauf der einmonatigen Frist oder 2.2. die Einstufung der oben genannten Mängel als „Verstöße gegen wesentliche Verfahrenserfordernisse“ oder 2.3. den Schutz des nach [g)] entstandenen subjektiven Rechts — falls die Möglichkeit besteht, diesen Verstoß im Rahmen des Gerichtsverfahrens effektiv zu heilen?
Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, welk deel van de bovengenoemde rechtsregeling moet de nationale rechter dan buiten toepassing laten om de effectieve toepassing van het Unierecht te waarborgen: 2.1. de beëindiging van de strafprocedure bij het verstrijken van de termijn van één maand of 2.2. de kwalificatie van voormelde gebreken als „verzuim van wezenlijke vormvoorschriften” of 2.3. de bescherming van het recht dat volgens het bepaalde onder [g)] is ontstaan — ingeval het mogelijk is dit verzuim in de loop van de gerechtelijke procedure te herstellen?
