Da der Strommarkt weit gehend liberalisiert ist und ein Handel von Energieerzeugnissen und Strom zwischen den EWR-Staaten stattfindet (so führt Norwegen beispielsweise einen bestimmten Prozentanteil seines Stroms ein und auch aus), kommt es zu Wettbewerbsverfälschungen gegenüber anderen Unternehmen im EWR.
Aangezien de elektriciteitsmarkt grotendeels geliberaliseerd is en er handelsverkeer in energieproducten en elektriciteit tussen de EVA-staten plaatsvindt (Noorwegen voert bijvoorbeeld stroom in en voert tevens een percentage van zijn elektriciteit uit), is er sprake van (potentiële) vervalsing van de mededinging ten opzichte van andere EER-ondernemingen.