3. Der Rat beobachtet die allgemeine Lage in Usbekistan weiterhin aufmerksam und bedauert die zunehmend gravierende Drangsalierung von Menschenrechtsaktivisten sowie die Tatsache, dass führende Oppositionelle verfolgt, vor Gericht gestellt und inhaftiert werden und dass das VN-Flüchtlingskommissariat sowie zahlreiche Nichtregierungsorganisationen im April 2006 des Landes verwiesen wurden.
3. De Raad blijft de algemene situatie in Oezbekistan op de voet volgen en betreurt de steeds ernstiger intimidatie van verdedigers van de mensenrechten, de - al dan niet gerechtelijke - vervolging en detentie van leidende oppositiefiguren en de uitwijzing van het UNHCR in april 2006, alsook die van talloze NGO's.
