Im elften Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass Artikel 464/26 § 8 Absatz 3 des Strafprozessgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 31 des Gesetzes vom 11. Februar 2014 (I), einen Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 13 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, beinhalte.
In het elfde middel voeren de verzoekende partijen aan dat artikel 464/26, § 8, derde lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij artikel 31 van de wet van 11 februari 2014 (I), een schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.