24. betont die Notwendigkeit, das Niveau der Zusammenarbeit und Konsultation zwischen der Arbeitsgruppe des Rates für Grundrechte (FREMP) und der Arbeitsgruppe Menschenrechte (COHOM) zu erhöhen; fordert die Ausdehnung dieser Zusammenarbeit und Konsultation auf den EU-Sonderbeauftragten für Menschenrechte; fordert beide Einrichtungen auf, die fachliche Kompetenz und die Instrumente des Europarats sowie die Sondermechanismen der Vereinten Nationen umfassend zu nutzen, auch im Hinblick auf die Vorbereitung neuer Initiativen zur Festlegung und Förderung gemeinsamer Werte und internationaler Standards;
24. benadrukt dat de samenwerking en het overleg tussen de Groep grondrechten van de Raad (FREMP) en de werkgroep mensenrechten van de Raad (COHOM) moet worden vergroot; wenst dat ook de speciale EU-vertegenwoordiger voor de mensenrechten bij deze samenwerking en dit overleg moet worden betrokken; roept beide organen op de deskundigheid en instrumenten van de Raad van Europa en speciale VN-procedures ten volle te benutten, ook bij de voorbereiding van nieuwe initiatieven met het oog op het formuleren en bevorderen van gemeenschappelijke waarden en internationale normen;