Im dritten Klagegrund führt die Flämische Regierung an, dass die angefochtenen Bestimmungen im Widerspruch zu Artikel 92bis § 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980, zum Grundsatz der Verhältnismässigkeit un
d zum Grundsatz der föderalen Loyalität stünden, indem die im Gesetz vom 9. Februar 1981 erwähnte föderale Angelegenheit und die in Artikel 6 § 1 VI Absatz 1 Nr. 4 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 erwähnte regionale Angelegenheit derart miteinander verwoben seien, dass sie nur in gegenseitiger Zusa
mmenarbeit geregelt werden könnten ...[+++].
In het derde middel voert de Vlaamse Regering aan dat de bestreden bepalingen in strijd zijn met artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, met het evenredigheidsbeginsel en met het beginsel van de federale loyauteit, doordat de federale aangelegenheid bedoeld in de wet van 9 februari 1981, en de gewestelijke aangelegenheid bedoeld in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, dermate verweven zouden zijn dat ze slechts in onderlinge samenwerking zouden kunnen worden geregeld.