Gemäß dem Grundsatz der Verhältnismäßigkeit sollte es den Mitgliedstaaten gestattet werden, Verstöße, die nicht die bei Fahrlässigkeit vorgesehene Kürzung von 3 % (die in bestimmten Fällen auf 1 % herabgesetzt werden kann) nach sich ziehen würden, nicht zu ahnden.
In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel dient de lidstaten te worden toegestaan om geen niet-nalevingen te bestraffen waarvoor niet de in geval van nalatigheid geldende korting van 3% zou worden opgelegd, welk percentage in bepaalde gevallen kan worden verlaagd tot een minimumkorting van 1%.