Diese Grundsätze bestünden vor allem darin, dass die Beeinträchtigung der Fähigkeit in dem Verlust oder der Verringerung des wirtschaftlichen Potentials des Opfers bestehe, was auf der Grundlage des allgemeinen Arbeitsmarktes und der Konkurrenzfähigkeit beurteilt werde, und dass es keinen Anlass zur Entschädigung gebe, wenn eine rein physiologische Invalidität folgenlos für die Konkurrenzfähigkeit des Arbeiters auf dem Arbeitsmarkt bleibe.
Die principes zijn hoofdzakelijk dat de aantasting van de geschiktheid bestaat in het verlies of de vermindering van het economisch potentieel van het slachtoffer, hetwelk wordt beoordeeld op basis van de algemene arbeidsmarkt en van het concurrentievermogen, en dat er geen aanleiding is tot schadeloosstelling, in het geval van een louter fysiologische invaliditeit zonder weerslag op het concurrentievermogen van de arbeider op de arbeidsmarkt.