Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Eier- und Milchspeisen zubereiten
Eine Sache vor Gericht vertreten
Essen flambieren
EuG
Flambierte Gerichte vorbereiten
Flambierte Gerichte zubereiten
Gericht
Gericht erster Instanz
Gericht für den europäischen öffentlichen Dienst
Gericht für den öffentlichen Dienst
Gerichte flambieren
Jemanden dem Gericht übergeben
Jemanden gerichtlich belangen
Jemanden vor Gericht bringen
Jemanden vor Gericht laden
Jemanden vor Gericht stellen
Mandanten und Mandantinnen vor Gericht vertreten
Mit Eiern und Milchprodukten kochen
Vor Gericht
Vor Gericht als Zeuge aussagen

Vertaling van "frist vor gericht " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE






Frist, die mit dem ersten vollen Tag der Frist beginnt und am Tag nach Ablauf des letzten Tages der Frist endigt

vrije dagen


jemanden dem Gericht übergeben | jemanden gerichtlich belangen | jemanden vor Gericht bringen | jemanden vor Gericht laden | jemanden vor Gericht stellen

in rechten betrekken | voor het gerecht roepen


Gericht | Gericht erster Instanz | Gericht erster Instanz der Europäischen Gemeinschaften | EuG [Abbr.]

Gerecht | Gerecht van eerste aanleg | Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen | GEA [Abbr.]


Essen flambieren | flambierte Gerichte vorbereiten | flambierte Gerichte zubereiten | Gerichte flambieren

geflambeerde gerechten maken | koken door middel van flamberen | flamberen | geflambeerde gerechten bereiden


Gericht für den öffentlichen Dienst [ Gericht für den europäischen öffentlichen Dienst | Gericht für den öffentlichen Dienst der Europäischen Union ]

Gerecht voor ambtenarenzaken [ Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie ]


Eier- und Milchspeisen zubereiten | Eier und Milchprodukte für die Verwendung in einem Gericht vorbereiten | mit Eiern und Milchprodukten kochen

gerechten op basis van eieren of zuivel bereiden | kaas snijden | eieren en zuivel bereiden om in een gerecht te gebruiken | kaas raspen


Mandanten und Mandantinnen vor Gericht vertreten

cliënten in de rechtszaal vertegenwoordigen
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Wenn die Parteien keine Einigung erzielen, muss der Untermieter, der, um seine Rechte gegenüber dem Vermieter zu wahren, Letzterem seinen Antrag wie in Artikel 11 römisch II Absatz 2 vorgesehen zur Kenntnis gebracht hat, den Hauptmieter und den Vermieter innerhalb von dreißig Tagen nach der negativen Antwort, die er von einem der beiden erhalten hat, oder, falls einer von ihnen nicht geantwortet hat, innerhalb von dreißig Tagen nach Ablauf der dreimonatigen Frist vor Gericht laden.

Komen partijen niet tot overeenstemming, dan moet de onderhuurder, die, om zijn rechten ten opzichte van de verhuurder te vrijwaren, zijn aanvraag, zoals bepaald in artikel 11, II, tweede lid, ter kennis van de verhuurder heeft gebracht, de hoofdhuurder en de verhuurder dagvaarden binnen dertig dagen na het afwijzend antwoord van een van beiden, of, indien een van hen niet heeft geantwoord, binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn van drie maanden.


Wenn die Parteien keine Einigung erzielen, muss der Untermieter, der, um seine Rechte gegenüber dem Vermieter zu wahren, Letzterem seinen Antrag wie in Artikel 11 römisch II Absatz 2 vorgesehen zur Kenntnis gebracht hat, den Hauptmieter und den Vermieter innerhalb von dreißig Tagen nach der negativen Antwort, die er von einem der beiden erhalten hat, oder, falls einer von ihnen nicht geantwortet hat, innerhalb von dreißig Tagen nach Ablauf der dreimonatigen Frist vor Gericht laden.

Komen partijen niet tot overeenstemming, dan moet de onderhuurder, die, om zijn rechten ten opzichte van de verhuurder te vrijwaren, zijn aanvraag, zoals bepaald in artikel 11, II, tweede lid, ter kennis van de verhuurder heeft gebracht, de hoofdhuurder en de verhuurder dagvaarden binnen dertig dagen na het afwijzend antwoord van een van beiden, of, indien een van hen niet heeft geantwoord, binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn van drie maanden.


In seinem Entscheid Nr. 32/96 vom 15. Mai 1996 hat der Gerichtshof jedoch erkannt, dass die in Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung festgelegte Verjährungsfrist unverhältnismäßige Folgen hat für Personen, denen es unmöglich ist, innerhalb der gesetzlichen Frist vor Gericht aufzutreten, weil der Schaden, den sie erlitten haben, erst nach Ablauf dieser Frist zutage getreten ist.

Bij zijn arrest nr. 32/96 van 15 mei 1996 heeft het Hof echter geoordeeld dat de in artikel 100, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde verjaringstermijn onevenredige gevolgen heeft voor personen die in de onmogelijkheid verkeren om binnen de wettelijke termijn in rechte te treden omdat de schade die zij hebben geleden pas na het verstrijken van die termijn tot uiting is gekomen.


(3) Die Entscheidungen der Beschwerdekammer werden erst mit Ablauf der in Artikel 72 Absatz 5 vorgesehenen Frist oder, wenn innerhalb dieser Frist eine Klage beim Gericht erhoben worden ist, mit deren Abweisung oder mit der Abweisung eines beim Gerichtshof eingelegten Rechtsmittels gegen die Entscheidung des Gerichts wirksam.

3. De beslissing van de kamer van beroep treedt pas in werking na afloop van de in artikel 72, lid 5, gestelde termijn of, indien binnen deze termijn bij het Gerecht beroep is ingesteld, na verwerping van dit beroep of afwijzing van de hogere voorziening tegen de beslissing van het Gerecht bij het Hof van Justitie.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bei sonstiger Unzulässigkeit können Personen im Sinne der Absätze 1 und 2 nur im Namen der Gemeinde vor Gericht auftreten, wenn sie dem Bürgermeister- und Schöffenkollegium den verfahrenseinleitenden Akt zugestellt haben und vorher das Bürgermeister- und Schöffenkollegium wegen der Untätigkeit in Verzug gesetzt haben und nach einer Frist von zehn Tagen nach der Zustellung dieser Inverzugsetzung die Gemeindeverwaltung nicht vor Geri ...[+++]

Op straffe van onontvankelijkheid kunnen personen vermeld in het eerste en tweede lid slechts namens de gemeente in rechte optreden indien zij de gedinginleidende akte aan het college van burgemeester en schepenen hebben betekend en, daaraan voorafgaand, het college van burgemeester en schepenen wegens het niet-optreden in gebreke hebben gesteld en na een termijn van tien dagen na de betekening van deze ingebrekestelling geen optreden in rechte vanwege het gemeentebestuur heeft plaatsgevonden.


In seinem Urteil Nr. 32/96 vom 15. Mai 1996 hat der Hof erkannt, dass die in Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung festgelegte Verjährungsfrist unverhältnismässige Folgen hat für Personen, die nicht in der Lage sind, innerhalb der gesetzlichen Frist vor Gericht aufzutreten, weil der von ihnen erlittene Schaden erst nach Ablauf dieser Frist zum Ausdruck gekommen ist.

In het arrest nr. 32/96 van 15 mei 1996 heeft het Hof geoordeeld dat de in artikel 100, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde verjaringstermijn onevenredige gevolgen heeft voor personen die in de onmogelijkheid verkeren om binnen de wettelijke termijn in rechte te treden omdat de schade die zij hebben geleden pas na het verstrijken van die termijn tot uiting is gekomen.


Hierfür sollen äußerst kurze Fristen sowohl für die Stellung des Antrags auf Zugang zu Informationen und Dokumenten als auch für die Bescheidung dieses Antrags dem Bewerber die Möglichkeit geben, über diese Informationen und Dokumente in jedem Fall mindestens einen Monat vor Ablauf der Frist für die Einreichung der Klage beim Gericht bzw. der Frist für die Einreichung der Beschwerde beim EPSO zu verfügen, dessen Leiter nach Art. 4 der Entscheidung 2002/621 die Befugnisse der Anstellungsbehörde ausübt.

Door het voorschrijven van zeer korte termijnen, zowel voor de indiening van het verzoek om informatie of stukken als voor de beantwoording daarvan, moet de kandidaat in elk geval ten minste één maand voor het verstrijken van hetzij de beroepstermijn voor het Gerecht hetzij de termijn voor indiening van een klacht bij EPSO, waarvan de directeur op grond van artikel 4 van besluit 2002/621 de aan het TABG toegekende bevoegdheden uitoefent, over die informatie en stukken kunnen beschikken.


Die Klägerin fügt hinzu, selbst wenn davon auszugehen wäre, dass ihr Antrag auf Prozesskostenhilfe vom 18. November 2009 verfrüht gewesen sei, weil er vor dem 28. November 2009, dem Tag des Ablaufs der Frist für die Beantwortung ihrer Beschwerde vom 28. Juli 2009, eingereicht worden sei, stehe fest, dass der Präsident des Gerichts diesen Antrag zumindest bis zum Ablauf der genannten Frist am 28. November 2009 berücksichtigt habe.

Maar zelfs al moet haar op 18 november 2009 ingediende verzoek om rechtsbijstand als prematuur worden aangemerkt, omdat het is ingediend vóór 28 november 2009, de datum van afloop van de termijn voor beantwoording van haar klacht van 28 juli 2009, dan nog staat vast dat de president van het Gerecht op zijn minst bij afloop van die termijn op 28 november 2009, dat verzoek in aanmerking heeft genomen.


Da die erste dieser Entscheidungen am 14. Juni 2009 erfolgte und die Klägerin von der zweiten Entscheidung spätestens am 28. Juli 2009 Kenntnis erlangte, endete die Frist von drei Monaten und zehn Tagen für die Klageerhebung vor dem Gericht am 24. September 2009 bzw. 7. November 2009, wobei sich die letztgenannte Frist aus den in der vorstehenden Randnummer dargelegten Gründen bis zum 9. November 2009 verlängerte.

Daar het eerste besluit op 14 juni 2009 tot stand is gekomen en verzoekster ten laatste op 28 juli 2009 kennis heeft genomen van het tweede besluit, is de termijn van drie maanden en tien dagen voor de instelling van een beroep verstreken op 24 september 2009 respectievelijk 7 november 2009, waarbij laatstgenoemde termijn om de in het vorige punt aangegeven redenen is verlengd tot en met 9 november 2009.


2. « Verstossen die Artikel 47sexies, 47septies und 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern sie Personen, die Gegenstand der besonderen Ermittlungsmethode der Observation sind, nicht ermöglichen, die Regelmässigkeit des Anordnens und Durchführens dieser Ermittlungsmethode vor einem Gericht anzufechten, während (1) einer kontradiktorisch geführten Verhandlung, (2) wobei die eine Verfahrenspartei die Argumentation einer anderen Verfahrenspartei zur Kenntnis nehmen und diesbezüglich Beanstandungen vorbringen kann, (3) anhand aller relevanten Aktenstücke, (4) wobei ihr das Gesetz eine aus ...[+++]

2. « Schenden art. 47sexies, 47septies en artikel 235ter van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover zij personen, die het voorwerp uitmaken van de bijzondere opsporingsmethode van de observatie, niet toestaan om de regelmatigheid van het bevelen en uitvoeren van deze onderzoeksmethode aan te vechten voor enige rechterlijke instantie in 1) een debat dat op tegensprekelijke wijze wordt gevoerd, 2) waarbij de ene procespartij akte kan nemen van de argumentatie van een andere procespartij, en daaromtrent ook tegenspraak kan voeren, 3) aan de hand van alle relevante stukken van het dossier, 4) waarbij ...[+++]


w