Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "frist eingegangen wurde " (Duits → Nederlands) :

Aus den Schriftstücken der Verfahrensakte geht hervor, dass die Klageschrift per Einschreibebrief verschickt wurde und bei der Kanzlei des Gerichtshofes innerhalb der durch Artikel 3 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 vorgeschriebenen Frist von sechs Monaten eingegangen ist.

Uit de stukken van het rechtsplegingsdossier blijkt dat het verzoekschrift aangetekend is verzonden en ter griffie van het Hof is ontvangen binnen de termijn van zes maanden voorgeschreven bij artikel 3 van de bijzondere wet van 6 januari 1989.


Die sechste Frage betrifft den Entwurf im dritten Vorschlag des Pakets, wonach bestimmte Rechtsakte einzeln später angepasst werden, ohne dass in Bezug auf die Frist eine Verpflichtung eingegangen würde.

De zesde kwestie heeft betrekking op het feit dat in het derde voorstel van het pakket wordt voorgesteld een aantal basisbesluiten in een later stadium afzonderlijk aan te passen, zonder dat daarbij een bepaalde termijn wordt genoemd.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind ope ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 20. April 2016 in Sachen des belgischen Staates gegen die « Etablissements Jean Wust » AG, in Anwesenheit der « CBC Banque » AG, und in Sachen der « Etablissements Jean Wust » AG gegen die « CBC Banque » AG, in Anwesenheit des belgischen Staates, dessen Ausfertigung am 4. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 251 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 (jetzt Artikel 346 des Einkommensteuergesetzbuches 1992) in der au ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 april 2016 in zake de Belgische Staat tegen de nv « Etablissements Jean Wust », in aanwezigheid van de nv « CBC Banque », en in zake de nv « Etablissements Jean Wust » tegen de nv « CBC Banque », in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 mei 2016, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (thans artikel 346 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), zoals van toepassing op ...[+++]


Snappe, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 16. September 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Christophe Briand, dessen Ausfertigung am 30. Oktober 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 62 § 8 [zu lesen ist: Absatz 8] des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei dadurch, da ...[+++]

Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 16 september 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Christophe Briand, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 oktober 2015, heeft de Politierechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 62, § 8 [lees : achtste ...[+++]


Diese unter den Nummern 5702 und 5704 ins Geschäftsverzeichnis des Gerichtshofes eingetragenen Rechtssachen wurden verbunden. c. In seinem Entscheid vom 18. Dezember 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Alexandre Chalaguine und andere, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2013 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 7 des Gesetzes vom 14. Januar 2013 [zur Festlegung steuerrechtlicher und sonstiger Bestimmungen im Bereich de ...[+++]

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5702 en 5704 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. c. Bij arrest van 18 december 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Alexandre Chalaguine en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2013, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 7 van de wet van 14 januari 2013 [houdende fiscale en andere bepalingen betre ...[+++]


20. ist besorgt darüber, dass die Frist für die Zahlung der Geldbeiträge für das gemeinsame Unternehmen von seinen Mitgliedern nicht beachtet wurde; stellt fest, dass die Zahlungsverzögerungen zwischen 12 und 113 Tagen betrugen und dass Ende 2010 zwei Mitglieder noch überhaupt keinen Beitrag gezahlt hatten; nimmt die Antwort des gemeinsamen Unternehmens zur Kenntnis, dass diese Beiträge Anfang 2011 eingegangen seien;

20. is er bezorgd over dat de deadline voor betaling van de contante bijdragen aan de gemeenschappelijke onderneming niet door de leden is nageleefd; stelt vast dat de betalingsachterstanden uiteenliepen van 12 tot 113 dagen en dat twee leden eind 2010 in het geheel geen bijdrage hadden betaald; stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming heeft gemeld dat deze bijdragen begin 2011 werden ontvangen;


20. ist besorgt darüber, dass die Frist für die Zahlung der Geldbeiträge für das gemeinsame Unternehmen von seinen Mitgliedern nicht beachtet wurde; stellt fest, dass die Zahlungsverzögerungen zwischen 12 und 113 Tagen betrugen und dass Ende 2010 zwei Mitglieder noch überhaupt keinen Beitrag gezahlt hatten; nimmt die Antwort des gemeinsamen Unternehmens zur Kenntnis, dass diese Beiträge Anfang 2011 eingegangen seien;

20. is er bezorgd over dat de deadline voor betaling van de contante bijdragen aan de gemeenschappelijke onderneming niet door de leden is nageleefd; stelt vast dat de betalingsachterstanden uiteenliepen van 12 tot 113 dagen en dat twee leden eind 2010 in het geheel geen bijdrage hadden betaald; stelt vast dat de gemeenschappelijke onderneming heeft gemeld dat deze bijdragen begin 2011 werden ontvangen;


1. die Witwen, die eine in den Artikeln 49, 50 und 51 der am 5. Oktober 1948 koordinierten Gesetze über die Entschädigungspensionen sowie in den Artikeln 2 und 57 § 1 derselben koordinierten Gesetze genannte Person geheiratet haben und die Anwendung von Artikel 1 Absatz 1 dieser Gesetze haben beanspruchen können, unter der Bedingung, dass die Ehe entweder innerhalb von fünf Jahren ab der Rückkehr des Ehegatten nach Hause oder, wenn sie nicht innerhalb der o.a. Frist eingegangen wurde, vor dem 1. Juli 1961 geschlossen wurde.

1 de weduwen die met één der bij de artikelen 49, 50 en 51 van de op 5 oktober 1948 samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen, alsmede bij de artikelen 2 en 57, § 1, van dezelfde samengeordende wetten, bedoelde personen in het huwelijk zijn getreden en de toepassing van artikel 1, eerste lid, van deze wetten hebben kunnen inroepen, mits het huwelijk werd aangegaan hetzij binnen de termijn van vijf jaar te rekenen van de datum van de terugkeer van de echtgenoot in zijn haardstede, hetzij vóór 1 juli 1961 indien het niet binnen de voornoemde termijn werd aangegaan.


Anträge, für die innerhalb der festgelegten Frist keine Antwort der zuständigen Behörden über eine Entscheidung eingegangen ist, sollten nicht als genehmigt gelten, da sich ansonsten eine Regelungslücke ergeben würde, die dem Zweck dieses Artikels entgegenstünde.

Verzoeken waarop binnen de door de bevoegde autoriteiten bepaalde termijn geen antwoord is ontvangen over de beslissing, worden niet beschouwd als zijnde goedgekeurd, want dit zou mogelijkheden creëren om het met dit artikel beoogde doel te omzeilen.


w