Die Frist für die Ausübung des Rechts auf Stellungnahme vor der Aussetzung der Überlassung oder der Zurückhaltung von anderen als nachgeahmten oder unerlaubt hergestellten Waren sollte drei Arbeitstage nach Eingang der jeweiligen Mitteilung betragen, sofern die Inhaber der Entscheidungen, mit denen den Anträgen auf Tätigwerden stattgegeben wird, die Zollbehörden freiwillig gebeten haben, tätig zu werden.
De termijn voor het recht om te worden gehoord vóór de schorsing van de vrijgave of de vasthouding van andere dan nagemaakte of door piraterij verkregen goederen, moet drie werkdagen gerekend van de datum van ontvangst bedragen als de houders van besluiten tot toewijzing van een verzoek om optreden de douaneautoriteiten vrijwillig om optreden hebben verzocht.