2. Die Mitgliedstaaten treffen die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass Straftaten im Sinne der Artikel 3, 4 und 5 mit einer Freiheitsstrafe im Höchstmaß von mindestens zehn Jahren geahndet werden können, wenn die Straftat im Rahmen einer kriminellen Vereinigung im Sinne des Rahmenbeschlusses 2008/841/JI begangen wurde.
2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde feiten strafbaar worden gesteld met een maximale gevangenisstraf van minimaal tien jaar wanneer deze worden gepleegd in het kader van een criminele organisatie in de zin van Kaderbesluit 2008/841/JBZ.