Diesbezüglich ist im Beschluss des Rates über die Beitrittspartnerschaft mit der Türkei, die in den durch das Assoziierungsabkommen festgelegten Gremien überwacht wird, als eine kurzfristige Priorität verankert, dass die „Beseitigung aller Hindernisse für den freien Warenverkehr aufgrund der Diskriminierung von Beförderungsunternehmern aus den Mitgliedstaaten wegen ihrer Staatsangehörigkeit oder zuvor angelaufener Häfen“ erforderlich ist.
In dit verband bepaalt het Besluit van de Raad betreffende het partnerschap voor toetreding met Turkije, dat onder toezicht staat van de bij de associatieovereenkomst ingestelde organen, dat een van de prioriteiten op korte termijn is "het wegnemen van alle beperkingen van het vrij verkeer van goederen als gevolg van discriminatie van vervoerders uit lidstaten op grond van hun nationaliteit of eerdere afmeerplaatsen".