Der zweite Kläger erwidert, dass er als Präsident der faktischen Vereinigung « Vlaams Blok » ein ausreichendes Interesse an seiner Klage habe, unbeschadet seiner Eigenschaft als Fraktionsführer im Europäischen Parlament, aufgrund deren er ebenso ein Interesse habe wie die anderen klagenden Parteien.
De tweede verzoeker repliceert dat hij als voorzitter van de feitelijke vereniging « Vlaams Blok » een afdoende belang heeft bij zijn beroep, onverminderd zijn hoedanigheid van fractieleider in het Europees Parlement, op grond waarvan hij een belang heeft zoals de overige verzoekende partijen.