Die Mitgliedstaaten können ein oder mehrere Unternehmen als Universaldiensteanbieter benennen, so dass das gesamte Hoheitsgebiet abgedeckt werden kann. Die Benennung wird regelmäßig überprüft (Art. 4). Jeder Mitgliedstaat legt unter Einhaltung des Gemeinschaftsrechts die Verpflichtungen und Rechte des Anbieters bzw. der Anbieter von Universaldienstleistungen fest und veröffentlicht sie.
De lidstaten kunnen een of meerdere ondernemingen aanwijzen als leveranciers van de universele dienst voor het hele nationale grondgebied, onder voorbehoud van een regelmatige evaluatie (artikel 4). Elke lidstaat bepaalt overeenkomstig het Gemeenschapsrecht de rechten en plichten van de leverancier(s) van de universele dienst en maakt deze bekend.