Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates
Königreichsverordnung
Mitglied des Staatsrats
SLORC
SPDC
Staatsrat
Staatsrat für Frieden und Entwicklung
Staatsrat zur Wiederherstellung von Recht und Ordnung
Verstösst
Verwaltungsabteilung des Staatsrates

Vertaling van "fragt staatsrat " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
SLORC | SPDC | Staatsrat für Frieden und Entwicklung | Staatsrat zur Wiederherstellung von Recht und Ordnung

Nationale Raad voor herstel van recht en orde (SLORC) | Nationale Raad voor vrede en ontwikkeling | staatsraad voor Herstel van Orde en Gezag | SLORC [Abbr.] | SPDC [Abbr.]


Königreichsverordnung(nach Anhörung des Staatsrates)

Algemene Maatregel van Rijksbestuur




Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates

Afdeling wetgeving van de Raad van State


Verwaltungsabteilung des Staatsrates

Afdeling administratie van de Raad van State


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
In seinem Entscheid Nr. 222. 969 vom 25. März 2013 (Rechtssache Nr. 5621) fragt der Staatsrat, ob Artikel 36/24 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung des Grundlagenstatuts der Belgischen Nationalbank (nachstehend: Gesetz vom 22. Februar 1998) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, « indem der König ein System zur Gewährung der Staatsgarantie für die an Gesellschafter, die natürliche Personen sind, erfolgte Erstattung ihres Anteils am Kapital der in Artikel 36/24 § 1 Absatz 1 Nr. 3 erwähnten zugelassenen Genossenschaften vorsehen kann, während dieser Artikel 36/24 keine solche Möglichkeit für die an Gesellsc ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 222.969 van 25 maart 2013 (zaak nr. 5621) vraagt de Raad van State of artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (hierna : wet van 22 februari 1998) bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « doordat de Koning kan voorzien in een systeem van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van de in artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, erkende c ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 226. 095 vom 15. Januar 2014 fragt der Staatsrat, ob dieselbe Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem der fragliche Artikel es dem König ermögliche, natürlichen Personen, die Gesellschafter einer zugelassenen Genossenschaft seien, diese Staatsgarantie zu gewähren,

Bij zijn arrest nr. 226.095 van 15 januari 2014 vraagt de Raad van State of diezelfde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het in het geding zijnde artikel de Koning de mogelijkheid geeft om die staatswaarborg te verlenen aan natuurlijke personen die vennoot zijn in een erkende coöperatieve vennootschap,


Der Staatsrat fragt den Gerichtshof, ob die in B.1.1 angeführten Bestimmungen gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung, insbesondere den untrennbar mit dem Recht auf den Schutz einer gesunden Umwelt verbundenen Stillhaltegrundsatz, verstießen.

De Raad van State vraagt aan het Hof of de in B.1.1 aangehaalde bepalingen de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in het bijzonder het standstill-beginsel dat inherent is aan het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu, schenden.


Der Staatsrat fragt den Gerichtshof außerdem, ob mit den vorerwähnten Verfassungsbestimmungen die Möglichkeit vereinbar sei, die Enteignung eines in einem USF gelegenen unbeweglichen Gutes für gemeinnützig und die Absätze 3 bis 6 von Artikel 58 des WGBRSEE auf diese Enteignungen für anwendbar zu erklären, a fortiori, indem dies auch für Genehmigungen in Bezug auf unbewegliche Güter gelten könne, die sich innerhalb des USF befänden und die nicht von dem in Artikel 127 § 1 Absatz 1 Nr. 8 erwähnten Städtebauprojekt betroffen seien.

Voorts vraagt de Raad van State aan het Hof of de mogelijkheid om de onteigening van een onroerend goed gelegen in een SVO ten algemenen nutte te verklaren en de toepassing van het derde tot zesde lid van artikel 58 van het WWROSPE op die onteigeningen, a fortiori in zoverre dat ook kan gelden voor de vergunningen met betrekking tot een onroerend goed gelegen in de SVO waarop het in artikel 127, § 1, eerste lid, 8° beoogde stedenbouwkundig project geen betrekking heeft, bestaanbaar is met de voormelde grondwetsbepalingen.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In der zweiten Vorabentscheidungsfrage fragt der Staatsrat, ob Artikel L4211-3 § 5 des Kodex der lokalen Demokratie und der Dezentralisierung vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetze, insofern durch diese Bestimmung, die am 19. Dezember 2012 ausgefertigt worden sei und am 1. Januar 2013 in Kraft getreten sei, das heißt nach dem Abschluss der Wahlvorgänge in Bezug auf die Gemeinde- und Provinzialwahlen vom Oktober 2012, den Gemeinden, die sich im Oktober 2011 dafür entschieden hätten, das automatisierte Wahlverfahren für die besagten Gemeinde- und Provinzial ...[+++]

Met de tweede prejudiciële vraag verzoekt de Raad van State na te gaan of artikel L4211-3, § 5, van het WWPDD bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten, in zoverre die bepaling, afgekondigd op 19 december 2012 en in werking getreden op 1 januari 2013, met andere woorden na het beëindigen van de kiesverrichtingen verbonden aan de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen van oktober 2012, de gemeenten die in oktober 2011 ervoor hebben gekozen gebruik te maken van de geautomatiseerde stemming voor die gemeenteraads- en provincieraadsverkiezin ...[+++]


Der Staatsrat fragt, ob Artikel 14ter der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, da er einen Behandlungsunterschied zwischen Personen, die mit der Nichtigerklärung einer Verordnungsbestimmung konfrontiert werden könnten, und Personen, die mit der Nichtigerklärung einer Einzelentscheidung konfrontiert werden könnten, einführe.

De Raad van State vraagt of artikel 14ter van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, nu het een verschil in behandeling teweegbrengt tussen personen die kunnen worden geconfronteerd met de vernietiging van een verordeningsbepaling en personen die kunnen worden geconfronteerd met de vernietiging van een individuele beslissing.


Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob Artikel 7.4.1 des Flämischen Raumordnungskodex mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern einem Rechtsuchenden die Möglichkeit entzogen werde, sich auf Artikel 159 der Verfassung zu berufen, was städtebauliche Sektorenplanvorschriften betrifft, die nicht in dem königlichen Erlass vom 28. Dezember 1972 über die Einrichtung der Sektorenpläne vorkämen und die bereits durch die Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates wegen des Fehlens eines vorherigen Gutacht ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 7.4.1 van de VCRO bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre aan een rechtsonderhorige de mogelijkheid wordt ontnomen zich te beroepen op artikel 159 van de Grondwet ten aanzien van stedenbouwkundige gewestplanvoorschriften die niet voorkomen in het koninklijk besluit van 28 december 1972 tot inrichting van de gewestplannen en die reeds onwettig werden bevonden door de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wegens ontstentenis van een voorafgaand advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State.


Der Staatsrat fragt den Hof auch, ob der vorerwähnte Artikel 30 § 1 Absatz 4 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, insofern er den König ermächtige, eine andere Verjährungsfrist zum Einreichen einer Kassationsbeschwerde beim Staatsrat festzulegen als die in Artikel 14 § 1 derselben Gesetze zum Einreichen einer Nichtigkeitsklage vorgesehene Frist.

De Raad van State vraagt het Hof ook of het voormelde artikel 30, § 1, vierde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het de Koning ertoe machtigt een verjaringstermijn voor het instellen van een cassatieberoep bij de Raad van State vast te stellen die verschilt van de termijn bepaald in artikel 14, § 1, van dezelfde wetten voor het instellen van een beroep tot nietigverklaring.


Der Staatsrat fragt den Hof, ob Artikel 14 § 1 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat « dahingehend ausgelegt, dass die vereidigten Ubersetzer, die von einem Rechtsprechungsorgan der rechtsprechenden Gewalt in eine Liste der vereidigten Ubersetzer eingetragen sind, aus der dieses Rechtsprechungsorgan sie bestellt, keine Personalmitglieder dieses Rechtsprechungsorgans sind, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung [verstösst], indem er zu einer Diskriminierung zwischen diesen Personen und den Personalmitgliedern ...[+++]

De Raad van State vraagt het Hof of artikel 14, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, « in die zin geïnterpreteerd dat de beëdigde vertalers die zijn ingeschreven op een lijst van beëdigde vertalers door een rechtscollege van de rechterlijke macht, waaruit dat rechtscollege hen aanwijst, geen personeelsleden van dat rechtscollege zijn, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet [schendt], in zoverre het een discriminatie invoert tussen die personen en de personeelsleden van het rechtscollege, aangezien de beslissingen van dat rechtscollege tot de bevoegdheid behoren van de Raad van State voor de laatstgenoemd ...[+++]


Der Staatsrat fragt den Hof, ob die Artikel 21 und 23 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat mit Artikel 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 17 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, vereinbar seien, insofern sie in dem Sinne ausgelegt würden, dass die vertraulichen Schriftstücke der Verwaltungsakte der Gegenpartei nicht nur dem Staatsrat, sondern auch den Parteien übermittelt werden müssten.

De Raad van State ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, van de artikelen 21 en 23 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, indien ze in die zin worden geïnterpreteerd dat de vertrouwelijke stukken vervat in het administratief dossier van de tegenpartij niet alleen aan de Raad van State maar ook aan de partijen moeten worden medegedeeld.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'fragt staatsrat' ->

Date index: 2024-02-16
w