Gemäß Artikel 7 Absatz 4 der genannten Richtlinie vergewissern sich die Mitgliedstaaten, daß bei der Jagdausübung die Grundsätze für eine vernünftige Nutzung und eine ökologisch ausgewogene Regulierung der Bestände der fraglichen Vogelarten eingehalten werden.
Overwegende dat de Lid-Staten er krachtens artikel 7, lid 4, van de reeds aangehaalde richtlijn op dienen toe te zien dat bij de beoefening van de jacht de principes van een verstandig gebruik en een ecologisch evenwichtige regulering van de betrokken vogelsoorten in acht worden genomen;