Vertaling van "fraglichen artikel 59quater vorgesehene maßnahme jedoch " (Duits → Nederlands) :

Aus den in B.8.1 und B.8.2 dargelegten Gründen ist die im fraglichen Artikel 59quater vorgesehene Maßnahme jedoch als Sanktion von im Wesentlichen zivilrechtlicher Art einzustufen.
Om de in B.8.1 en B.8.2 uiteengezette redenen dient de in het in het geding zijnde artikel 59quater bedoelde maatregel evenwel als een sanctie van hoofdzakelijk burgerlijke aard te worden aangemerkt.

Die Maßnahme wird weder durch die in B.3.2 beschriebene Einordnung des fraglichen Artikels 59quater in dem Gesetz vom 10. April 1971, noch durch die Vorarbeiten zum Gesetz als strafrechtliche Sanktion eingestuft.
De maatregel wordt noch door de in B.3.2 beschreven plaats van het in het geding zijnde artikel 59quater in de wet van 10 april 1971, noch in de parlementaire voorbereiding van de wet als strafsanctie aangemerkt.

Im fraglichen Artikel 54ter § 3 Absatz 1 des königlichen Erlasses Nr. 78 in der durch das Gesetz vom 25. Januar 1999 abgeänderten Fassung ist eine von der Zulassungsbedingung abweichende Regelung zugunsten der Personen vorgesehen, die nicht die Befähigungsbedingungen erfüllten, jedoch zum Zeitpunkt der Veröffentlichung der Liste der Leistungen oder der Liste der Handlungen des Heilhilfsberufs, zu dem sie gehören, diese Leistungen oder diese Handlungen bereits seit mindestens drei Jahren ausgeübt hatten.
Het in het geding zijnde artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78, zoals vervangen bij de wet van 25 januari 1999, voorziet in een regeling die afwijkt van de erkenningsvereiste, ten behoeve van de personen die niet voldoen aan de kwalificatievoorwaarden maar die, op het ogenblik van de bekendmaking van de lijst van de prestaties of van de lijst van de handelingen van het paramedisch beroep waartoe zij behoren, die prestaties of die handelingen gedurende minstens drie jaar hadden verricht.

Die in Artikel 201 Absatz 1 Nrn. 1 und 2 des EStGB 1992 vorgesehene Maßnahme wurde während der Vorarbeiten zum Gesetz vom 28. Juli 1992, das ihrer Annahme zugrunde liegt, wie folgt gerechtfertigt: ' Da der Steuervorteil des Investitionsabzugs für die Unternehmen nicht das vorrangige Element in der Investitionsentscheidung ist, wurde beschlossen, den Prozentsatz dieses Investitionsabzugs ab dem 27. März 1992 (Datum der Bekanntgabe der Maßnahme durch die Regierung) auf null herabzusetzen - jedoch nur für Gesellschaften.
De in artikel 201, eerste lid, 1° en 2°, van het WIB 1992 vervatte maatregel is als volgt verantwoord in de parlementaire voorbereiding van de wet van 28 juli 1992 die aan de aanneming ervan ten grondslag ligt : ' Daar voor de vennootschappen het fiscale voordeel van de investeringsaftrek geen doorslaggevend element is bij het nemen van investeringsbeslissingen, werd er beslist - doch enkel voor de vennootschappen - het percentage van die aftrek voor de investeringen vanaf 27 maart 1992 (datum van de aankondiging van de maatregel door de Regering) tot nul te verlagen.

In der fraglichen Maßnahme ist übergangsweise ein Mechanismus der subsidiären Ernennung vorgesehen, der an denjenigen angelehnt ist, den Artikel 100/1 des Gerichtsgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 33 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013, für die ab dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 ernannten Richter des Bezirks Eupen vorsieht.
De in het geding zijnde maatregel voorziet, bij wijze van overgang, in een mechanisme van benoeming in subsidiaire orde dat geïnspireerd is op dat waarin artikel 100/1 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 33 van de wet van 1 december 2013, voorziet voor de rechters van het arrondissement Eupen benoemd vanaf de inwerkingtreding van de wet van 1 december 2013.

Die in der fraglichen Maßnahme vorgesehene Rückforderung kann ebenfalls nicht als eine strafrechtliche Sanktion im Sinne von Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention angesehen werden.
De terugvordering waarin de in het geding zijnde maatregel voorziet, kan evenmin als een strafsanctie in de zin van artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens worden beschouwd.

Durch die Annahme der fraglichen Bestimmung wollte der Gesetzgeber « dem Benutzungsrecht der föderalen Polizei », das ihr aufgrund des obengenannten Artikels 89 Absatz 2 gewährt wird, « einen gewissen Sinn verleihen », ohne jedoch die Möglichkeit auszuschliessen, das in Artikel 61quater vorgesehene Rechtsmittel anzuwenden (Parl. Dok., Kammer, 2002-2003, DOC 50-2124/001 und DOC 50-2125/001, SS. 234 und 237).
Door de in het geding zijnde bepaling aan te nemen, wilde de wetgever « het gebruiksrecht [.] zinvol [.] maken » dat aan de federale politie is toegekend op grond van het voormelde artikel 89, tweede lid, zonder daarom de mogelijkheid uit te sluiten om het in artikel 61quater bepaalde rechtsmiddel aan te wenden (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2124/001 en DOC 50-2125/001, pp. 234 en 237).

Wenn jedoch der finanzielle Sanktionsmechanismus, der in der fraglichen Maßnahme vorgesehen ist, bestimmte Kategorien von Arbeitgebern und andere Kategorien nicht betrifft oder wenn die gleiche Regelung auf Kategorien von Arbeitgebern angewandt wird, die sich in wesentlich unterschiedlichen Situationen befinden, muss der Gerichtshof prüfen, ob die fraglichen Bestimmungen im Verhältnis zum angestrebten Ziel stehen und ob sie keine unverhältnismäßigen Folgen in Bezug auf die eine oder die andere dieser Kategorien von Arbeitgebern haben.
Indien evenwel het financiële sanctiemechanisme waarin de in het geding zijnde maatregel voorziet, bepaalde categorieën van werkgevers beoogt en andere categorieën niet, of indien eenzelfde regeling van toepassing wordt gemaakt op categorieën van werkgevers die zich in een wezenlijk verschillende situatie bevinden, dient het Hof te onderzoeken of de in het geding zijnde bepalingen evenredig zijn met het nagestreefde doel en of zij geen onevenredige gevolgen hebben ten aanzien van de ene of de andere van die categorieën van werkgevers.