Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "frage dahingehend aufgefasst " (Duits → Nederlands) :

Insoweit die Frage dahingehend aufgefasst werden muss, dass sie einer direkten Messung an den Artikeln 42 und 162 Absatz 2 Nr. 2 der Verfassung dient - unter Abstraktion ihres etwaigen zuständigkeitsverteilenden Charakters -, fällt die präjudizielle Frage eindeutig nicht in den Zuständigkeitsbereich des Hofes, nun, da der Hof nicht unmittelbar an diesen Verfassungsbestimmungen eine Messung vornehmen darf.

In zoverre de vraag aldus dient te worden begrepen dat zij strekt tot een rechtstreekse toetsing aan de artikelen 42 en 162, tweede lid, 2, van de Grondwet, - abstractie makend van het eventueel bevoegdheidverdelend karakter ervan - behoort de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof, nu het Hof niet rechtstreeks aan die grondwetsbepalingen vermag te toetsen.


Selbst in der Hypothese, dass die präjudizielle Frage dahingehend aufgefasst werden könnte, dass sie auf eine Messung an den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung oder nicht mit den Artikeln 42 und 162 Absatz 2 Nr. 2 der Verfassung, abzielt, ist die Frage, wie auch immer, offensichtlich unzulässig.

Zelfs in de hypothese dat de prejudiciële vraag aldus zou kunnen worden begrepen dat zij strekt tot een toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met de artikelen 42 en 162, tweede lid, 2, van de Grondwet, is de vraag, hoe dan ook, klaarblijkelijk niet ontvankelijk.


Wenn die präjudizielle Frage jedoch dahingehend aufgefasst werden muss, dass sie sich in Wirklichkeit auf den Behandlungsunterschied bezieht, der sich bei Einreichung der Beschwerde bei der Flämischen Regierung zwischen dem beauftragten Beamten einerseits und der Person, die einen Genehmigungsantrag eingereicht hat, andererseits hinsichtlich der Verpflichtung zur Mitteilung der Beschwerdeschrift und der Anlagen ergibt, dann muss der Hof auf das Urteil Nr. 99/98 vom 24. September 1998 verweisen, in dem geurteilt wurde, dass Artikel 53 des am 22. Oktober 1996 koordinierten Dekr ...[+++]

Indien de prejudiciële vraag evenwel aldus moet worden begrepen dat zij in werkelijkheid het verschil in behandeling aanklaagt, bij het instellen van het beroep bij de Vlaamse Regering, tussen de gemachtigde ambtenaar, enerzijds, en de aanvrager van een vergunning, anderzijds, voor wat de plicht tot kennisgeving van het beroepschrift en de bijlagen betreft, dan dient het Hof te wijzen op het arrest nr. 99/98 van 24 september 1998, waarin werd geoordeeld dat artikel 53 van het decreet van het Vlaamse Gewest betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt doordat aan ...[+++]


Aus den Gegebenheiten des Dossiers geht hervor, dass die Tätigkeit, die Gegenstand des beanstandeten Vertrags ist, dem verweisenden Rechtsprechungsorgan zufolge kultureller Art ist und keine Handelstätigkeit, und dass die Frage dahingehend aufgefasst werden muss, dass sie auf den Vergleich der Arbeitnehmer, die zur Ausübung einer solchen Tätigkeit durch einen Arbeitsvertrag mit einer Gemeinde verbunden sind, mit anderen arbeitsvertraglich gebundenen Arbeitnehmern abzielt.

Uit de dossiergegevens volgt dat de activiteit die het voorwerp uitmaakt van de betwiste overeenkomst, volgens het verwijzende rechtscollege, een culturele en niet een handelsactiviteit is en dat de vraag zo moet worden begrepen dat ze de vergelijking beoogt van de werknemers die door een arbeidsovereenkomst met een gemeente zijn verbonden met het oog op de uitoefening van een zodanige activiteit, met andere werknemers met een arbeidsovereenkomst.


Insofern die präjudizielle Frage dahingehend aufgefasst werden müsse, als beziehe sie sich auf einen Behandlungsunterschied zwischen der Berufung im Sinne der Artikel 135 und 136 des Strafprozessgesetzbuches und anderen « gesetzlichen Rechtsmitteln gegen richterliche Entscheidungen », urteile der Ministerrat, dass dies objektiv und angemessen gerechtfertigt sei.

Voor zover de prejudiciële vraag moet worden begrepen als handelend over een verschil in behandeling tussen het hoger beroep bedoeld in de artikelen 135 en 136 van het Wetboek van Strafvordering en andere « wettelijke rechtsmiddelen tegen rechterlijke beslissingen » oordeelt de Ministerraad dat daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'frage dahingehend aufgefasst' ->

Date index: 2024-11-13
w