(2) Sind die gemäß den Artikeln 72 bis 101 beförderten Waren für einen zugelassenen Empfänger bestimmt, so können die Behörden abweichend von den Artikeln 111 Absatz 2 und 114 Absatz 1 Buchstabe b) vorsehen, daß die Exemplare Nrn. 2 und 3 des Frachtbriefs CIM, oder die Exemplare Nrn. 1, 2 und 3A des Übergabescheins TR von der Eisenbahngesellschaft oder von dem Beförderungsunternehmen der Bestimmungsstelle unmittelbar vorgelegt werden.
2. Wanneer goederen die overeenkomstig de artikelen 72 tot 101 worden vervoerd voor een toegelaten geadresseerde bestemd zijn, kunnen de bevoegde autoriteiten voorschrijven dat, in afwijking van de artikelen 111, lid 2, en 114, lid 1, onder b), de exemplaren 2 en 3 van de vrachtbrief CIM, of de exemplaren 1, 2 en 3A van het overdrachtsformulier TR rechtstreeks door de spoorwegmaatschappij of de vervoeronderneming bij het kantoor van bestemming worden ingeleverd.