62. verlangt, dass die Attraktivität des EHR und des EFR für Studierende und Forschende aus aller Welt gefördert werden soll und dass die Zusammenarbeit mit Ländern außerhalb der EU in Bildungsfragen und Fragen der Mobilität auf Studenten- und Dozentenebene verstärkt werden soll, insbesondere mit den Ländern, die von der Europäischen Nachbarschaftspolitik (ENP) erfasst werden oder unmittelbar an die EU grenzen, um den EHR – insbesondere in Bezug auf Austausch- und Berufsbildungsprogramme – in ein makroregionales und globales Bildungs- und Wissenszentrum zu verwandeln;
62. verlangt dat de aantrekkelijkheid van de EHOR voor studenten en onderzoekers overal ter wereld wordt bevorderd en dat de samenwerking met landen buiten de EU op het gebied van onderwijsaangelegenheden en mobiliteit op personeels- en studentenniveau wordt versterkt, vooral met landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen of die rechtstreeks grenzen aan de Europese Unie, zodat de EHOR een macroregionaal en globaal centrum voor opleiding en kennis wordt, in het bijzonder op het gebied van uitwisselings- en beroepsopleidingsprogramma's;
