Traduction de «fordert verstärkte gemeinsame » (Allemand → Néerlandais) :

22. bekräftigt seine Unterstützung der arabischen Friedensinitiative, die von einem der Mitgliedstaaten des Golf-Kooperationsrates angeregt und von allen Mitgliedstaaten der Arabischen Liga und der Organisation der Islamischen Konferenz gebilligt wurde; fordert die Mitgliedstaaten des Golf-Kooperationsrates auf, ihre Vermittlungsbemühungen und Unterstützung des israelisch-palästinensischen Friedensprozesses fortzusetzen; fordert verstärkte gemeinsame Bemühungen seitens der EU und des Golf-Kooperationsrates, um der Besetzung der palästinensischen Gebiete durch Verhandlungen ein Ende zu setzen und eine Zwei-Staaten-Lösung für den israelisch-palästinensischen Konflikt weiterhin uneingeschränkt zu unterstützen; betont, dass es im gemeinsamen Interesse der EU und des Golf-Kooperationsrates ist, gemeinsam auf einen regionalen, gerechten und dauerhaften Frieden im Nahen Osten hinzuarbeiten; legt in diesem Zusammenhang eine regelmäßigere Abstimmung zwischen dem Nahost-Quartett und dem Begleitausschuss der Arabischen Liga nahe; weist darauf hin, dass die EU der größte Geber von Hilfe für das palästinensische Volk ist; erkennt die Unterstützung palästinensischer Flüchtlinge durch die Staaten des Golf-Kooperationsrates sowie ihren Beitrag zum Hilfswerk der Vereinten Nationen für die Palästinaflüchtlinge im Nahen Osten (UNRWA) an; fordert die Mitgliedstaaten des Golf-Kooperationsrates auf, intensiver zur Stärkung der palästinensischen Institutionen und zur wirtschaftlichen Entwicklung im Rahmen des Regierungsprogramms der Palästinensischen Autonomiebehörde beizutragen und gegebenenfalls die Möglichkeit vorzusehen, ihre finanziellen Beiträge über bestehende Mechanismen internationaler Hilfe zu leisten;
22. spreekt nogmaals zijn steun uit aan het Arabisch vredesinitiatief dat op gang is gebracht door een van de lidstaten van de GCC en is goedgekeurd door alle staten van de Arabische Liga en de Organisatie van de islamitische conferentie; verzoekt de GCC-landen hun inspanningen voort te zetten in de bemiddeling in en steun aan het Israëlisch-Palestijnse vredesproces; dringt aan op gezamenlijke hernieuwde inspanningen van de Unie en de GCC om via onderhandelingen een einde te maken aan de bezetting van de Palestijnse gebieden en tegelijk hun volledige steun te blijven geven aan een tweestatenoplossing voor het Israëlisch/Palestijnse conflict; wijst op het gezamenlijke belang van de Unie en de GCC om samen te werken aan een regionale, rechtvaardige en duurzame vrede in het Nabije Oosten; stelt in dit verband een regelmatiger overleg voor tussen het Kwartet en het comité van de Arabische Liga; wijst erop dat de EU de belangrijkste donor van hulp aan het Palestijnse volk is; erkent de steun van de GCC-landen voor de Palestijnse vluchtelingen en hun steun aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA); verzoekt de lidstaten van de GCC meer bij te dragen aan de versterking van de Palestijnse instellingen en aan de economische ontwikkeling in het kader van het regeringsprogramma van de Palestijnse Autoriteit, en eventueel de mogelijkheid te overwegen hun financiële bijdragen via de bestaande internationale hulpmechanismes te verstrekken;

19. bekräftigt seine Unterstützung der arabischen Friedensinitiative, die von einem der Mitgliedstaaten des Golf-Kooperationsrates angeregt und von allen Mitgliedstaaten der Arabischen Liga und der Organisation der Islamischen Konferenz gebilligt wurde; fordert die Mitgliedstaaten des Golf-Kooperationsrates auf, ihre Vermittlungsbemühungen und Unterstützung des israelisch-palästinensischen Friedensprozesses fortzusetzen; fordert verstärkte gemeinsame Bemühungen seitens der EU und des Golf-Kooperationsrates, um der Besetzung der palästinensischen Gebiete durch Verhandlungen ein Ende zu setzen und eine Zwei-Staaten-Lösung für den israelisch-palästinensischen Konflikt weiterhin uneingeschränkt zu unterstützen; betont, dass es im gemeinsamen Interesse der EU und des Golf-Kooperationsrates ist, gemeinsam auf einen regionalen, gerechten und dauerhaften Frieden im Nahen Osten hinzuarbeiten; legt in diesem Zusammenhang eine regelmäßigere Abstimmung zwischen dem Nahost-Quartett und dem Begleitausschuss der Arabischen Liga nahe; weist darauf hin, dass die EU der größte Geber von Hilfe für das palästinensische Volk ist; erkennt die Unterstützung palästinensischer Flüchtlinge durch die Staaten des Golf-Kooperationsrates sowie ihren Beitrag zum Hilfswerk der Vereinten Nationen für die Palästinaflüchtlinge im Nahen Osten (UNRWA) an; fordert die Mitgliedstaaten des Golf-Kooperationsrates auf, intensiver zur Stärkung der palästinensischen Institutionen und zur wirtschaftlichen Entwicklung im Rahmen des Regierungsprogramms der Palästinensischen Autonomiebehörde beizutragen und gegebenenfalls die Möglichkeit vorzusehen, ihre finanziellen Beiträge über bestehende Mechanismen internationaler Hilfe zu leisten;
19. spreekt nogmaals zijn steun uit aan het Arabisch vredesinitiatief dat op gang is gebracht door een van de lidstaten van de GCC en is goedgekeurd door alle staten van de Arabische Liga en de Organisatie van de islamitische conferentie; verzoekt de GCC-landen hun inspanningen voort te zetten in de bemiddeling in en steun aan het Israëlisch-Palestijnse vredesproces; dringt aan op gezamenlijke hernieuwde inspanningen van de Unie en de GCC om via onderhandelingen een einde te maken aan de bezetting van de Palestijnse gebieden en tegelijk hun volledige steun te blijven geven aan een tweestatenoplossing voor het Israëlisch/Palestijnse conflict; wijst op het gezamenlijke belang van de Unie en de GCC om samen te werken aan een regionale, rechtvaardige en duurzame vrede in het Nabije Oosten; stelt in dit verband een regelmatiger overleg voor tussen het Kwartet en het comité van de Arabische Liga; wijst erop dat de EU de belangrijkste donor van hulp aan het Palestijnse volk is; erkent de steun van de GCC-landen voor de Palestijnse vluchtelingen en hun steun aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA); verzoekt de lidstaten van de GCC meer bij te dragen aan de versterking van de Palestijnse instellingen en aan de economische ontwikkeling in het kader van het regeringsprogramma van de Palestijnse Autoriteit, en eventueel de mogelijkheid te overwegen hun financiële bijdragen via de bestaande internationale hulpmechanismes te verstrekken;

14. fordert eine bessere Koordinierung und Synergie der Forschungs- und Innovationsstrategien auf lokaler und regionaler, einzelstaatlicher und grenzüberschreitender europäischer Ebene, wobei die Besonderheiten des jeweiligen Umfelds zu respektieren sind und gleichzeitig die Möglichkeiten, sich gegenseitig zu ergänzen und zusammenzuarbeiten, verstärkt werden sollten; ist überzeugt, dass der Zugang zu und der Austausch von Informationen und bewährten Verfahren, verstärkte gemeinsame Anstrengungen auf dem Gebiet der Programmplanung, einfache, flexible Vorschriften und Instrumente und gegebenenfalls deren Konvergenz von zentraler Bedeutung sind, um die Wirksamkeit der Finanzierung und möglicherweise der Kofinanzierung zu erhöhen;
14. dringt aan op een betere onderlinge afstemming van en synergie tussen lokale en regionale, nationale en Europese grensoverschrijdende onderzoeks- en innovatiestrategieën, waarbij enerzijds rekening gehouden moet worden met de specifieke kenmerken van de verschillende contexten en anderzijds de mogelijkheden voor onderlinge complementariteit en samenwerking moeten worden versterkt; is van mening dat beschikbaarheid en uitwisseling van informatie en optimale werkwijzen, intensivering van de inspanningen gericht op gezamenlijke programmering, eenvoudige, soepele regels en instrumenten en, waar van toepassing, een combinatie daarvan, van buitengewoon belang zijn voor het vergroten van de doeltreffendheid van financiering, en mogelijkerwijs van cofinanciering;

betont, wie wichtig es ist, den Handel mit und Investitionen in diesen Ländern zu fördern und Mikrokredite für die Gründung kleiner Unternehmen zur Verfügung zu stellen, um es diesen Ländern zu ermöglichen, ein Wirtschaftswachstum aus eigenen Kräften zu entwickeln und die Armut einzudämmen; betont, dass ein verstärkter Handel mit Nordafrika auch Europa zugutekommt, da er zur Entstehung zahlreicher Arbeitsplätze für Europäer und zu Wirtschaftswachstum in der EU führt; fordert deshalb gemeinsame Anstrengungen, um die noch bestehenden Handelsbeschränkungen zu beseitigen;
wijst erop hoe belangrijk het is dat de handel met en investeringen in deze landen worden gestimuleerd, en dat er wordt gezorgd voor microkredietfaciliteiten waarmee kleine bedrijfjes kunnen worden opgestart, zodat deze landen in staat worden gesteld hun eigen economische groei tot ontwikkeling te brengen en de armoede terug te dringen; benadrukt dat toename van de handel met Noord-Afrika ook ten goede zou komen aan Europa, want op deze manier worden er veel nieuwe arbeidsplaatsen voor Europeanen geschapen en wordt de economische groei bevorderd; roept daarom op om gezamenlijk te streven naar het opheffen van bestaande handelsbarrières;

27. erinnert daran, dass extreme Armut und Marginalisierung die Entwicklung von Straßenkindern ernsthaft beeinträchtigen, sie besonders verletzlich gegenüber physischem, psychischem, mentalem oder sexuellem Missbrauch machen, ihnen den Zugang zu Qualitätsdienstleistungen erschweren und sie zu illegalen Tätigkeiten verleiten, die sie an den Rand der Gesellschaft drängen und ihnen ihre Möglichkeiten des Zugangs zum Arbeitsmarkt verbauen; fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, konkrete und gezielte Maßnahmen im Hinblick auf die besonderen Bedürfnisse von Straßenkindern zu ergreifen und die Maßnahmen ihrer zentralen, regionalen und lokalen Behörden besser zu koordinieren, um die Unzulänglichkeiten der üblichen Interventionsmethoden zu überwinden; betont die zunehmend europäische Dimension des Phänomens „Straßenkinder“ und fordert eine gemeinsame koordinierte Aktion zur Beseitigung der Ursachen von extremer Marginalisierung und Armut von Straßenkindern und ihren Familien, indem ihr Zugang zu qualitativ hochwertigen Dienstleistungen verbessert und der Kampf gegen das organisierte Verbrechen verstärkt wird; fordert den Rat auf, sich über eine EU-weite Verpflichtung zu einigen, die auf der oben erwähnten Entschließung des Europäischen Parlaments vom 16. Januar 2008 mit dem Titel „Im Hinblick auf eine EU-Kinderrechtsstrategie" basiert und die Beseitigung des Phänomens „Straßenkinder“ bis zum Jahr 2015 zum Ziel hat.
27. brengt in herinnering dat grote armoede en marginalisering de ontwikkeling van straatkinderen ernstig verstoren, hen bijzonder kwetsbaar maken voor lichamelijk, geestelijk en seksueel misbruik, de toegang tot hoogwaardige diensten belemmeren en hen tot illegale activiteiten brengen, waardoor zij aan de zelfkant van de samenleving belanden en hun kansen op toegang tot de arbeidsmarkt worden beperkt; dringt bij de lidstaten aan op concrete en gerichte oplossingen voor de specifieke problemen van straatkinderen en op betere coördinatie van de maatregelen van centrale, regionale en lokale overheden voor verbetering van de normale interventiemethoden voor deze groepen. benadrukt de toenemende Europese dimensie van het verschijnsel "straatkinderen" en verzoekt om gecoördineerde gezamenlijke maatregelen tegen de achterliggende oorzaken van extreme marginalisering en armoede van straatkinderen en hun gezinnen, om hun toegang tot hoogwaardige diensten te verbeteren en georganiseerde misdaad te bestrijden; verzoekt de Raad om er met de gehele EU op basis van bovengenoemde resolutie van het Europees Parlement van 16 januari 2008 "Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind" naar te streven dat in 2015 het verschijnsel "straatkinderen" tot het verleden behoort.

52. weist die Mitgliedstaaten darauf hin, dass die Abgabe von Informationen für die Bürger — abgesehen von der Kommission und ihren Initiativen zur Aufklärung in Energieangelegenheiten — hauptsächlich eine Aufgabe der Staaten, der Regionen und der Gebietskörperschaften ist, und fordert verstärkte Bemühungen um die Erleichterung der Abgabe von Informationen an die Bürger und den privaten Sektor; vertritt die Auffassung, dass dazu Informationen über die Verfügbarkeit bestehender, kostengünstiger Technologie und über die zunehmende Ressourcenknappheit gehören; fordert die Kommission auf, gemeinsam mit denen zuständigen staatlichen, kommunalen und regionalen Einrichtungen eine Informations- und Sensibilisierungskampagne in der gesamten Europäischen Union über bewährte Praxis im Bereich Energieeffizienz zu unterstützen und "Exzellenznetze" zu fördern;
52. herinnert de lidstaten eraan dat, samen met de Commissie en haar initiatieven inzake "energieeducatie", de voorlichting van burgers ook een nationale, regionale en lokale verantwoordelijkheid is en roept hen op zich meer in te spannen om de voorlichting aan burgers en de particuliere sector te vergemakkelijken; is van mening dat informatie over de beschikbaarheid van bestaande en kostenefficiënte technologie en over de toenemende grondstoffenschaarste hiervan deel moet uitmaken; roept de Commissie op samen met de betrokken nationale, regionale en lokale instellingen een Europese informatie- en bewustmakingscampagne over de beste werkwijzen op het gebied van energie-efficiëntie en zogeheten networks of excellence te ondersteunen;

28. FORDERT die Kommission AUF, den Partnerländern und -regionen dabei zu helfen, Fragen der biologischen Vielfalt in ihren Entwicklungsstrategien zu berücksichtigen, und ausgehend von den von den Partnerländern und -regionen als vorrangig eingestuften Bedürfnissen mehr Mittel für die Erhaltung der biologischen Vielfalt bereitzustellen und verstärkt dafür zu sorgen, dass Fragen der biologischen Vielfalt in ihren Außenhilfeprogrammen durchgängig berücksichtigt werden, unter anderem dadurch, dass sie Umweltprofile für die einzelnen Länder und Regionen erstellt, in denen dem Erhalt der biologischen Vielfalt und der Ökosystemleistungen besondere Aufmerksamkeit gewidmet wird, und dass sie diese Umweltprofile berücksichtigt, wenn sie gemeinsam mit den Partnerländern und -regionen und im Benehmen mit den Mitgliedstaaten Länder- und regionale Strategiepapiere ausarbeitet;
28. ROEPT de Commissie OP om de partnerlanden en -regio's te helpen bij het integreren van biodiversiteit in hun ontwikkelingsstrategieën, en op basis van de door de partnerlanden en -regio's als prioritair aangemerkte behoeften meer middelen te beschikking te stellen en bij haar buitenlandse-hulpprogramma’s overwegingen inzake biodiversiteit een grotere rol te laten spelen, onder andere door ”landen- en regiomilieuprofielen” op te stellen waarin bijzondere aandacht geschonken wordt aan het behoud van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten, en bij de opstelling van de landen- en regiostrategiedocumenten, in samenspraak met de partnerlanden en -regio's, en in overleg met de lidstaten, met deze profielen rekening te houden;

5. Im Bereich des sozialen Schutzes liegt die gemeinsame Herausforderung in der notwendigen Anpassung der Sozialschutzsysteme als Komponenten eines aktiven Wohlfahrtsstaates, der sicherstellt, daß sich die Arbeit lohnt, der gewährleistet, daß die Systeme auch langfristig aufrechterhalten werden können, die soziale Integration und die Gleichstellung der Geschlechter fördert und dafür Sorge trägt, daß die Gesundheitsfürsorge gut ist; durch verstärkte Zusammenarbeit der Mitgliedstaaten könnte ein wesentlicher Beitrag zur Bewältigung dieser Herausforderungen geleistet werden.
5. wat de sociale bescherming betreft, vormt de noodzaak om de sociale beschermingsstelsels aan te passen als onderdeel van een actieve welvaartsstaat, die ervoor zorgt dat arbeid lonend is, die de houdbaarheid van de stelsels op lange termijn waarborgt, die sociale insluiting en gendergelijkwaardigheid bevordert en die zorgt voor kwaliteitsdiensten in de gezondheidszorg, een gemeenschappelijke uitdaging; nauwere samenwerking tussen de lidstaten kan er in aanzienlijke mate toe bijdragen dat deze uitdaging wordt aangegaan.