18. fordert einen geeigneten Rahmen und - innerhalb der Gemeinsamen Fischereipolitik - eine eigene Politik zur Förderung von Joint ventures mit Drittländern, die dazu dienen, die Arbeitsplätze zu sichern, den Gemeinschaftsmarkt zu versorgen, die Entwicklung der Fischerei von Drittländern voranzutreiben und die Befischungsintensität der Gemeinschaftsbestände zu verringern;
18. dringt aan op een passend kader en specifieke maatregelen binnen het gemeenschappelijk visserijbeleid om de oprichting van gemengde vennootschappen met derde landen te bevorderen, met het oog op het behoud van de werkgelegenheid, de bevoorrading van de communautaire markt, de ontwikkeling van de visserijsector in derde landen en de beperking van het exploitatieniveau van de communautaire visbestanden;