215. vertritt die Auffassung, dass alle Länder Europas durch die Gewährleistung einer entsprechenden Auslegung und Umsetzung des Übereinkommens der Verei
nten Nationen gegen Folter sicherstellen sollten, dass ihre jeweilige Definition von Folter mit Artikel 1 des Übereinkommens in Einklang steht und dass die hinsichtlich des Verbots von Folter übernommenen Verpflichtungen darüber hinaus auch in Bezug auf alle sonstigen in Artikel 16 des Übereinkommens genannten Formen grausamer, unmenschlicher oder erniedrigender Behandlung oder Strafe erfüllt werden; vertritt die Ansicht, dass alle europäischen Länder dafür sorgen sollten, dass Artikel
...[+++]3 des Übereinkommens gebührend durchgesetzt wird, insbesondere hinsichtlich der Tätigkeiten ihrer Geheimdienste; 215. is van oordeel dat alle Europese landen voor een doeltreffende interpretatie en toepassing van h
et VN-Verdrag tegen foltering moeten zorgen en hun eigen definitie van foltering
moeten afstemmen op artikel 1 van dat verdrag, en dat bovendien de aangegane verplichtingen met betrekking tot het verbod op foltering ook van toepassing
moeten worden verklaard op de andere vormen van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling als bedoeld in artikel 16 van het verdrag; is voorts van mening dat alle Europese landen ervoor
moeten zorgen dat artikel 3 van
...[+++]het Verdrag op de juiste wijze wordt nageleefd, met name in verband met de activiteiten van hun geheime diensten;