Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "folglich schwerere strafe auferlegt " (Duits → Nederlands) :

Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches bestimmt, dass das Korrektionalgericht eine schwerere Strafe verhängen kann, wenn es feststellt, dass der Verurteilte sich im Zustand des gesetzlichen Rückfalls befindet, weil er ein neues Vergehen begangen hat, bevor fünf Jahre abgelaufen sind, seit ihm eine Gefängnisstrafe von mindestens einem Jahr auferlegt wurde oder seit diese Strafe verjährt ist.

Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek bepaalt dat de correctionele rechtbank een zwaardere straf kan uitspreken wanneer zij vaststelt dat de veroordeelde zich in staat van wettelijke herhaling bevindt doordat hij een nieuw wanbedrijf heeft gepleegd voordat vijf jaren zijn verlopen sinds hij een gevangenisstraf van ten minste één jaar heeft ondergaan of sinds die straf verjaard is.


Im Übrigen hat der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte durch sein vorerwähntes Urteil Kafkaris, das eine Rechtssache betraf, in der wegen Änderungen des Strafvollzugsrechts der Vorteil des Straferlasses ganz einfach abgeschafft worden war für alle zu lebenslänglicher Zuchthausstrafe Verurteilten, geurteilt: « [...] diese Frage betrifft die Vollstreckung der Strafe und nicht die ' Strafe ', die dem Betroffenen auferlegt wurde und die eine lebenslängliche Freiheitsstrafe bleibt. Selbst wenn die Änderung der Rechtsvorschriften übe ...[+++]

Overigens, bij zijn voormelde arrest Kafkaris, dat een zaak betrof waarin, wegens wijzigingen in het penitentiair recht, het voordeel van de kwijtschelding van de straf zonder meer werd opgeheven voor alle veroordeelden tot levenslange opsluiting, heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld : « [...] die kwestie heeft betrekking op de uitvoering van de straf en niet op de aan de betrokkene opgelegde ' straf ', die deze van de levenslange opsluiting blijft. Zelfs indien de wijziging in de penitentiaire wetgeving en in de voorwaarden inzake de invrijheidstelling de opsluiting van de verzoeker inderdaad strenger heeft kunn ...[+++]


Folglich ist Artikel 43 Absatz 1 des Strafgesetzbuches nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, jedoch nur insofern, als er den Richter dazu verpflichtet, die Einziehung der Sache, die zur Begehung eines Verbrechens oder Vergehens gedient hat, auszusprechen, wenn diese Strafe die finanzielle Lage der Person, der sie auferlegt wird, dermaßen beeinträchtigt, da ...[+++]

Artikel 43, eerste lid, van het Strafwetboek is derhalve niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doch enkel in zoverre het de rechter ertoe verplicht de verbeurdverklaring uit te spreken van de zaak die heeft gediend om een misdaad of een wanbedrijf te plegen, wanneer die straf dermate afbreuk doet aan de financiële toestand van de persoon aan wie ze is opgelegd dat ze een schending van het eigendomsrecht inhoudt.


Folglich kann die Strafe in beiden Fällen dem Rechtsunterworfenen nur innerhalb einer identischen Frist von fünf Jahren auferlegt werden.

Daaruit volgt dat in beide gevallen de straf slechts binnen een identieke termijn van vijf jaar aan de rechtsonderhorige kan worden opgelegd.


Die auferlegte Strafe muss folglich im Verhältnis zur Schwere des strafbaren Verhaltens stehen (siehe, mutatis mutandis, EuGHMR, 11. Januar 2007, Mamidakis gegen Griechenland, § § 44-48; EuGH, 27. September 2007, Collée, C-146/05, Randnr. 40; VerfGH, 4. Februar 2010, Nr. 8/2010, B.12; EuGH, 3. Dezember 2014, De Clercq u.a., C-315/13, Randnr. 75).

De opgelegde straf dient derhalve evenredig te zijn aan de ernst van het strafbare gedrag (zie, mutatis mutandis, EHRM, 11 januari 2007, Mamidakis t. Griekenland, § § 44-48; HvJ, 27 september 2007, Collée, C-146/05, punt 40; GwH, 4 februari 2010, nr. 8/2010, B.12; HvJ, 3 december 2014, De Clercq e.a., C-315/13, punt 73).


Sollte wegen der besonderen Merkmale einer bestimmten Straftat ein Zweifel entstehen - beispielsweise weil eine geschützte Person ausserhalb ihres Arbeitsplatzes einer Aggression ausgesetzt wäre -, so obliegt es dem Richter, unter Berücksichtigung der Absicht des Täters und dessen, dass der Gesetzgeber mehrfach angeführt hat, dass die geschützten Personen « verpflichtet sind, mit der Öffentlichkeit in Kontakt zu treten, um unerlässliche gemeinnützige Aufgaben zu erfüllen » (Parl. Dok., Kammer, 2004-2005, DOC 51-1843/001, S. 4; im gleichen Sinne, Parl. Dok., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1791/3, SS. 2 und 8), zu beurteilen, ob die geschützte Person tatsächlich ihre Funktionen ausübte und ob folglich ...[+++]

Indien er enige twijfel zou rijzen vanwege de karakteristieken die eigen zijn aan een bepaald misdrijf - bijvoorbeeld omdat een beschermd persoon zou zijn aangevallen buiten zijn werkplek -, staat het, rekening houdend met de bedoeling van de dader van de feiten en met het gegeven dat de wetgever meermaals heeft aangegeven dat de beschermde personen personen waren die « verplicht zijn contact te hebben met het publiek teneinde noodzakelijke opdrachten van collectief belang te vervullen » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1843/001, ...[+++]


« Verstösst Artikel 211bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er ausschliesst, dass ein Angeklagter, dem der Erstrichter eine Geldbusse auferlegt hat, durch das Berufungsgericht zu einer gleichartigen Arbeitsstrafe verurteilt werden kann, ohne dass dieses Gericht einstimmig befindet, insofern diese Strafe schwerer ist als die erstere?

« Schendt artikel 211bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het uitsluit dat een beklaagde aan wie de eerste rechter een boete heeft opgelegd, door het gerecht in hoger beroep kan worden veroordeeld tot een werkstraf van dezelfde aard, zonder dat dat gerecht uitspraak doet met eenparigheid van stemmen van zijn leden, in zoverre die straf zwaarder is dan de eerste ?


« Verstösst Artikel 211bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er ausschliesst, dass ein Angeklagter, dem der Erstrichter eine Geldbusse auferlegt hat, durch das Berufungsgericht zu einer gleichartigen Arbeitsstrafe verurteilt wird, ohne dass dieses Gericht einstimmig befindet, insofern diese Strafe schwerer ist als die erstere?

« Schendt artikel 211bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het uitsluit dat een beklaagde aan wie de eerste rechter een boete heeft opgelegd, door het gerecht in hoger beroep kan worden veroordeeld tot een werkstraf van dezelfde aard, zonder dat dat gerecht uitspraak doet met eenparigheid van stemmen van zijn leden, in zoverre die straf zwaarder is dan de eerste ?




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'folglich schwerere strafe auferlegt' ->

Date index: 2022-02-19
w