(1) Abweichend von Artikel 7 Absatz 1 Buchstaben b und d dürfen Besitzer von zu nichtgewerblichen Zwecken gehaltenen Heimtieren, die zu den in der Liste invasiver gebietsfremder Arten von unionsweiter Bedeutung aufgeführten Arten gehören, diese Tiere bis zum Ende ihrer natürlichen Lebensdauer behalten, sofern die folgenden Bedingungen erfüllt sind:
1. In afwijking van artikel 7, lid 1, onder b) en d) , mogen eigenaren van gezelschapsdieren die niet worden gehouden voor commerciële doeleinden en die behoren tot de soorten die zijn opgenomen op de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten , deze dieren houden tot de natuurlijke dood ervan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: