Artikel 2 Absatz 1 der Verordnung Nr. 423/67/EWG, Nr. 6/67/Euratom des Rates vom 25. Juli 1967 über die Regelung der Amtsbezuege für die Mitglieder der EWG-Kommission und der EAG-Kommission sowie der Hohen Behörde, die nicht zu Mitgliedern der gemeinsamen Kommission der Europäischen Gemeinschaften ernannt worden sind (2), erhält mit Wirkung vom 1. Januar 1968 folgende Fassung:
Artikel 2 , eerste alinea , van Verordening nr . 423/67/EEG , nr . 6/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de leden van de Commissies van de E.E.G . en de E.G.A . , alsmede van de Hoge Autoriteit , die niet zijn benoemd tot leden van de gemeenschappelijke Commissie van de Europese Gemeenschappen ( 2 ) wordt , met ingang van 1 januari 1968 , vervangen door onderstaande tekst :