(5) Für die Zwecke dieses Kapitels gelten Verstöße als „festgestellt“, sofern sie sich als Folge jedweder Kontrollen nach Maßgabe der vorliegenden Verordnung ergeben oder der zuständigen Kontrollbehörde bzw. Zahlstelle auf andere Weise zur Kenntnis gelangt sind.
5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden niet-nalevingen geacht te zijn „geconstateerd” indien zij worden vastgesteld bij controles van welke aard ook overeenkomstig de onderhavige verordening of nadat zij op een andere wijze onder de aandacht van de bevoegde controleautoriteit of, in voorkomend geval, het betaalorgaan zijn gebracht.