32. fordert die Mitgliedstaaten auf, den Tatbestand der geschlechtsbezogenen Verfolgungen anzuerkennen; erinnert daran, daß das Genfer Abkommen über die Rechtsstellung der Flüchtlinge keinen Unterschied zwischen den Opfern der Verfolgungen macht, gleich ob sie von einem Staatsorgan oder von einer anderen Stelle ausgehen;
32. verzoekt de lidstaten vervolgingen op grond van het geslacht te erkennen; wijst erop dat de Conventie van Genève over het statuut van de vluchtelingen geen onderscheid maakt tussen de slachtoffers van vervolgingen, door staatsorganen of anderen;