Vertaling van "flämischen regierung führe " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Regierung der Flämischen Gemeinschaft
Regering van de Vlaamse Gemeenschap

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Zweitens führe die klagende Partei auch Beschwerdegründe gegen Ausführungserlasse der Flämischen Regierung an, für die der Gerichtshof nicht zuständig sei, und drittens ermögliche dieser Klagegrund es nicht, die präzisen Kategorien von Personen, die miteinander zu vergleichen seien, mit Sicherheit zu identifizieren.
Ten tweede zou de verzoekende partij ook grieven uiten tegen uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Regering waarvoor het Hof onbevoegd is, en ten derde zou dat middel niet toelaten om de precieze categorieën van personen die moeten worden vergeleken, met zekerheid te identificeren.

Nach Darlegung der Flämischen Regierung führe diese Bestimmung dazu, dass die Absätze 1, 2 und 3 von Artikel 15 der Dienstleistungsrichtlinie nicht auf die Artikel 4.1.16 bis 4.1.26 des Grundstücks- und Immobiliendekrets angewandt werden müssten, da diese Bestimmungen wesentlich seien für die Dienstleistung von allgemeinem wirtschaftlichem Interesse, die das soziale Wohnungswesen darstelle.
Volgens de Vlaamse Regering leidt die bepaling ertoe dat de leden 1, 2 en 3 van artikel 15 van de Dienstenrichtlijn niet dienen te worden toegepast op de artikelen 4.1.16 tot 4.1.26 van het Grond- en pandendecreet, aangezien die bepalingen essentieel zouden zijn voor de dienst van algemeen economisch belang die de sociale huisvesting is.

Nach Meinung der Flämischen Regierung führe die unter A.33.2 dargelegte Auslegung der klagenden Parteien zu einer ungleichen Behandlung, während die unter A.37 dargelegte Auslegung des Ministerrates zu einer verfassungskonformen Auslegung führe.
Volgens de Vlaamse Regering leidt de interpretatie door de verzoekende partijen zoals uiteengezet onder A.33.2 tot een ongelijke behandeling, terwijl die welke is uiteengezet door de Ministerraad onder A.37 leidt tot een grondwetsconforme interpretatie.

Gleichzeitig führe die Flämische Regierung an, dass der beanstandete Dekretsartikel eine Konkordanzbestimmung einführe, die sich von der durch den Erlass der Flämischen Regierung vom 12. Juni 1995 vorgesehenen Bestimmung sowohl inhaltlich als auch hinsichtlich des Anwendungsgebiets unterscheide; mit rückwirkender Kraft werde eine zusätzliche Bedingung eines eher grossen als einfachen künstlerischen Rufs für die Mitglieder der Unterrichtspersonals eingeführt, die mit kunstbezogenen Aktivitäten in den betreffenden Studienrichtungen beauftragt seien, insoweit es sich um Ausbildungen in zwei Zyklen handle.
Tevens voert de Vlaamse Regering aan dat het in het geding zijnde decreetsartikel een concordantiebepaling invoert die verschilt van die waarin het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 1995 voorziet, zowel inhoudelijk als wat het toepassingsgebied betreft : met terugwerkende kracht wordt een bijkomende voorwaarde van een ruime dan wel loutere artistieke faam ingevoerd wat betreft de leden van het onderwijzend personeel belast met artistiekgebonden activiteiten in de desbetreffende studiegebieden, voor zover het om opleidingen van twee cycli gaat.

Unter diesen Umständen scheine es - sicher hinsichtlich der das Unterrichtspersonal betreffenden Übergangsbestimmungen, deren Durchführung zur erstmaligen Festlegung des Stellenplans führe - logisch und rechtlich akzeptabel, dass die Hochschulbehörden hinsichtlich des Nachweises des erforderlichen « künstlerischen Rufs » bei den früheren (d.h. vor der Konkordanz ernannten), zur Zeit mit Kunstunterrichtstätigkeiten beauftragten Kunstlehrern, der ihnen auf dem Wege der Konkordanz im Rahmen des verabschiedeten und zu verabschiedenden Erlasses der Flämischen Regierung die Ernennung zum Dozenten ermögliche, über die Beschlussbefugnis verfügen würden.
In die omstandigheden komt het - zeker wat betreft de overgangsbepalingen betreffende het onderwijzend personeel, waarvan de uitvoering meebrengt dat de personeelsformatie voor het eerst wordt vastgelegd - logisch en rechtens aanvaardbaar voor dat de beslissingsbevoegdheid omtrent de aanwezigheid, bij de vroegere (d.i. voorafgaand aan de concordantie) leraars artistieke vakken, die thans belast zijn met artistiekgebonden onderwijsactiviteiten, van de vereiste « artistieke faam », opdat zij als docent kunnen worden geconcordeerd, in het kader van het daartoe genomen of te nemen besluit van de Vlaamse Regering, toekomt aan de hogeschoolbesturen.