Nach Ansicht der Flämischen Regierung brächten die angefochtenen Bestimmungen lediglich die Bestimmungen von Artikel 5 § 3 des Finanzierungssondergesetzes zur Ausführung und sei zur Übernahme des Dienstes des Immobilienvorabzugs durch die Regionen keine föderale Verfahrensregel erforderlich.
Naar het oordeel van de Vlaamse Regering geven de bestreden bepalingen louter uitvoering aan het bepaalde in artikel 5, § 3, van de bijzondere financieringswet en is voor het overnemen, door de gewesten, van de dienst van de onroerende voorheffing geen federale procedureregel vereist.