Aus Artikel 21 § 2 Nr. 2 des Dopingdekrets, wonach diese Bestimmung « unbeschadet der Bestimmungen des Gesetzes vom
24. Februar 1921 » gilt, und aus den Schriftsätzen der Flämischen Regierung kann im Ubrigen abgeleitet werden, dass weder der flämische Dekretgeber, noch die Flämische Regierung den Standpunkt vertritt, dass der föderale Gesetzgeber durch die Annahme der fraglichen Bestimmunge
n es der Flämischen Gemeinschaft übermässig erschwer ...[+++]t hätte, die ihr anvertraute Politik sachdienlich zu führen.
Uit artikel 21, § 2, 2°, van het Dopingdecreet naar luid waarvan die bepaling geldt « onverminderd de bepalingen van de wet van 24 februari 1921 » en uit de memories van de Vlaamse Regering, kan overigens worden afgeleid dat noch de Vlaamse decreetgever, noch de Vlaamse Regering van oordeel is dat de federale wetgever, door het aannemen van de in het geding zijnde bepalingen, het de Vlaamse Gemeenschap buitenmate moeilijk heeft gemaakt om het beleid dat haar is toevertrouwd doelmatig te voeren.